Het aantal mensen dat kampt met stress gerelateerde klachten is de afgelopen jaren fors toegenomen. Ongeveer 3,3 miljoen mensen hadden in 2022 last van een psychische aandoening zoals een angststoornis. Een kwart van alle Nederlanders boven de 12 jaar heeft problemen met slapen. En maar liefst 1,6 miljoen mensen voelt zich vaker dan één keer per maand uitgeput door het werk. Deze cijfers laten zien dat (werk)stress in ons dagelijks leven een steeds grotere rol speelt. De algemene opvatting is dat stress slecht voor ons is en moet worden tegengegaan. Maar wat gebeurt er als we stress anders zouden benaderen?
De mythe van ‘meer ontspannen’
De reden dat stress zo’n slecht imago heeft, is dat het veelal wordt gezien als een ’te veel’ van iets. Dit komt voort uit het inmiddels achterhaalde model van belasting versus belastbaarheid. Hierdoor hebben we de neiging om wat we lastig en stressvol vinden te vermijden. Meer ontspannen of minder (hard) werken wordt vaak gezien als de ultieme oplossing. Dit verklaart de populariteit van retraites, yogalessen, mindfulness-apps en andere soortgelijke interventies. Toch blijft het probleem bestaan. De maatschappij zit immers vol met stressoren, zoals werkdruk, bureaucratie en conflicten. Die verdwijnen echt niet zomaar. Is meer ontspannen dan wel de juiste oplossing?
De realiteit is dat het tegengaan of proberen te vermijden van stress een heilloze weg is. Het effect is namelijk hooguit dat de prestaties minder negatief worden. Deze strategie zorgt misschien voor kortstondige verlichting, maar brengt ons niet dichter bij een duurzame oplossing. Sterker nog, door mensen te beschermen tegen wat stress geeft neemt hun weerbaarheid af. En door mensen naar huis te sturen die opgebrand zijn, raken ze uit verbinding met zichzelf en hun omgeving. Veel interventies vanuit leidinggevenden, HR en Arbodiensten bestrijden alleen symptomen en halen de verantwoordelijkheid bij medewerkers weg om zelf iets aan de oorzaken te doen. Hoog tijd dus voor een positieve benadering van stress.
Stress als een gebrek aan energiebronnen
Onderzoek naar bevlogenheid laat zien dat stress vaak een gevolg is een ’te weinig’ aan iets. Bijvoorbeeld een gebrek aan lichamelijke gezondheid of de afwezigheid van steun (op ons werk of privé). Wanneer dit soort energiebronnen ontbreken, zijn stressvolle situaties lastiger om te hanteren. In de oude stresstheorieën zie je dus dat gaat om een ‘te veel’ van iets, terwijl je beter op zoek kunt gaan naar waar er ‘te weinig’ van is. Dan krijg je vaak een veel betere oplossing. Stress is dus niet de vijand, maar een signaal dat er iets mist in ons leven.
Een treffend voorbeeld vind ik het verhaal van Pieter Omtzigt. Hij kreeg geen burn-out door de immense werkdruk in de Tweede Kamer. Zijn uitval kwam pas toen zijn collega’s in het CDA hem in de steek lieten en hem een mes in de rug staken. Kortom: een gebrek aan verbinding deed hem de das om.
Hetzelfde zie je bij diverse internationale studies naar Post Traumatische Stress Stoornis onder politieagenten. Uit deze onderzoeken blijkt dat het niet de ingrijpende gebeurtenis op het werk is die voor stress zorgt, maar het gebrek aan energiebronnen zoals sociale steun van leidinggevenden en een goede werk-privé balans. Deze uitkomsten zijn des te interessanter omdat zij haaks staan op het beeld dat de psychische gezondheidsklachten van agenten bovenal het gevolg zijn van operationele stressoren. Terwijl de oorzaak dus veelal bij organisationele factoren ligt.
De fysiologie van stress
De bovenstaande inzichten sluiten naadloos aan bij wat er in ons lijf gebeurt wanneer we stress ervaren. Stress triggert de aanmaak van het hormoon cortisol. Dit geeft een boost aan ons energieniveau zodat we kunnen vechten of vluchten. In veel moderne situaties, zoals bij werk gerelateerde stress, is deze fysieke reactie echter niet van toepassing. We kunnen niet simpelweg ‘vechten’ tegen een deadline of ‘vluchten’ van bureaucratische rompslomp. Het gevolg is dat de cortisol zich opstapelt in ons lichaam. Met negatieve effecten zoals vermoeidheid, slapeloosheid, overgewicht, maag- en darmklachten, een verhoogde bloeddruk en een verzwakt immuunsysteem.
Dit los je niet op door meer te ontspannen, maar juist door in actie te komen. Fysieke beweging, een gezonde levensstijl en voldoende slaap zijn essentieel om de cortisol in je lichaam op een natuurlijke manier af te breken. Daarnaast stimuleert een gezonde levensstijl de productie van DHEA, het hormoon dat juist een kalmerend en ontstekingsremmend effect heeft. Hierdoor ben je beter bestand tegen stress en kun je veerkrachtiger omgaan met uitdagende situaties.
Stress als waardevol signaal
Daarom kun je beter energiebronnen aanboren, dan stressoren verminderen. Dit leidt namelijk tot meer bevlogenheid én tot minder stress. Kortom: je vitaliteit, toewijding, enthousiasme, motivatie en creativiteit nemen toe. En de kans op stress gerelateerde aandoeningen zoals een angststoornis, depressie en burn-out neemt af. Wanneer we de energiebronnen in onszelf en in onze omgeving aanboren, beleven we dezelfde stressvolle situaties op een hele andere manier. Bouwvakkers bijvoorbeeld die vanwege fysieke klachten moeten stoppen met werken, gaan vaak weer klussen in hun vrije tijd. Niet omdat hun lichaam ineens hersteld is, maar omdat ze hun vrijheid en passie hebben teruggevonden. De toename van autonomie geeft hen nieuwe energie.
In plaats van stress te zien als iets negatiefs, kunnen we het beter beschouwen als een waardevol signaal. Het geeft ons inzicht in wat er ontbreekt in ons leven. Door bewust te werken aan energiebronnen – zoals beweging, slaap, gezonde voeding en veerkracht – kunnen we niet alleen beter omgaan met stress, maar zelfs floreren.
In onze praktijk zien we steeds weer dat de bevlogenheid van zowel leidinggevenden als medewerkers na ongeveer vijf jaar een forse dip krijgt. Als je dan gaat kijken wat er veranderd is ten opzichte van de jaren ervoor, dan is de rode draad: mensen missen uitdaging. Ze hebben alle werkzaamheden al een paar keer voorbij zien komen en dat maakt het werk saaier. Hierdoor hebben ze minder concentratie nodig om hun taken te voltooien. Dat gaat ten koste van de absorptie of flow. Ze worden niet meer geprikkeld om iets nieuws te leren en zichzelf te ontwikkelen. Een stevige uitdaging, zoals een andere rol of een nieuwe opdracht, kan dan uitkomst bieden. Hierdoor neemt de bevlogenheid weer toe, waardoor ze lekkerder in hun vel zitten, beter presteren en meer voldoening halen uit hun werk en hun leven.
Stress als krachtbron
In plaats van stress te bestrijden of te onderdrukken, kunnen we het beter omarmen als een bondgenoot. Het wijst ons op datgene waar we aan moeten werken om een evenwichtig en bevlogen leven te leiden. Door onszelf te verbinden met energiebronnen, vergroten we niet alleen onze mentale veerkracht, maar zijn we ook beter in staat om de uitdagingen van het moderne leven aan te gaan. Stress is dus geen vijand, maar een waardevolle vriend die ons kan helpen om te groeien en te ontwikkelen.
Door: Ronald van der Molen
Over de auteur
Ronald van der Molen (1973) is oprichter van Transformatio, initiatiefnemer van VitalforWork en docent aan de Erasmus Universiteit. Wat hem mateloos fascineert is wat mensen drijft, in beweging brengt en doet groeien. Daarom verzorgt hij inspiratiesessies en maatwerktrajecten over organisch leiderschap & bevlogenheid. Tijdens zijn programma’s gebruikt hij lessen uit de natuur zodat leiders anders naar hun vak gaan kijken. Hij geniet ervan als eikels in bomen veranderen. J Ronald schreef meerdere boeken, waaronder de bestseller ‘De kracht van organisch leiderschap’ (genomineerd voor Managementboek van het Jaar 2019) en ‘Metamorfose, groeien in je bestemming’.