Het team onderzoekt de onderlinge samenwerking en de spanning loopt op. Een van de teamleden geeft aan dat ze niets meer ziet in het onderzoek en dat ze er mee wil stoppen. Als reactie daarop wordt één teamlid boos, één teamlid probeert te sussen en twee teamleden trekken zich (geestelijk) terug. De SCT® coach geeft aan dat de aankondiging te willen stoppen een trigger vormt voor vier teamleden om in een – voor ieder verschillende – ‘overlevingsrol’ te schieten. ‘Overlevingsrollen’ zijn hardnekkige gedragspatronen (als reactie op triggers) die ooit functioneel waren, maar inmiddels meer dwarszitten dan helpen. Het zijn vrienden uit je jeugd, die je ontgroeid bent, maar die je blijven bezoeken.
Overlevingsrol zit functionele rol in de weg
Een overlevingsrol heeft de neiging het ‘stuur’ van je over te nemen, als een oude vriend die wel weet wat goed voor je is, gebaseerd op vroeger tijden. Daardoor vertoon je reactief gedrag dat bepaald wordt door wat ten tijde van het ontstaan van de rol een effectieve strategie was om met ‘almachtige’ ouderen om te gaan, zoals je terugtrekken, je boosheid uitleven of vrede proberen te stichten. Als overlevingsrollen ‘actief’ zijn, is het heel lastig om een functionele rol op te nemen. Een functionele rol is een rol die past bij het doel van de context van dat moment. Je zou kunnen zeggen een functionele rol is doen wat nodig is in een context, zoals bijvoorbeeld het teamdoel realiseren.
Als overlevingsrollen ‘actief’ zijn, is het heel lastig om een functionele rol op te nemen.
Heel vaak proberen we overlevingsrollen te bestrijden in plaats van ze te onderzoeken omdat we ze als onaangenaam ervaren. Het bestrijden van een overlevingsrol lukt alleen niet: de rol wordt er juist hardnekkiger van. Door een rol te onderzoeken neem je er wat afstand van: de ‘vriend’ neemt het stuur minder gemakkelijk van je over als je naar hem kijkt en hem bestudeert.
Het team in het voorbeeld onderzoekt ieders overlevingsrol in respons op de trigger. De eerste stap in het onderzoek is dat je een vriendelijke naam geeft aan zo’n rol. Dat blijkt lastig omdat we van die overlevingsrollen af willen en we ze liever een vervelende naam geven. Door ze een vriendelijke naam te geven, erkennen we dat ze ooit functioneel waren en openen we de mogelijkheid ervan los te komen. Het team is creatief in het vinden van vriendelijke namen: cow girl, vredesstichter, holenbeer, captain safety.
Rollen verder onderzocht
De teamleden wisselen met elkaar uit wat het gedrag is dat ze vertonen in hun overlevingsrol, en wat hun gedachten en gevoel zijn als de rol actief is. Het is opvallend hoe gemakkelijk de teamleden hun eigen gedrag kunnen benoemen in zo’n overlevingsrol. Blijkbaar zijn overlevingsrollen heel vertrouwd al zijn ze nooit eerder zo expliciet benoemd.
Een sleutelonderdeel in het onderzoek is het ontdekken van de trigger. Het blijkt dat overlevingsrollen actief worden als er iets gebeurt (trigger) dat lijkt op de oorspronkelijke spanning waar de rol een antwoord op was. De trigger is een wekker voor de oude vriend om wakker te worden en zich ermee te bemoeien. De rol ‘denkt’ overigens dat hij je zo redt uit een bedreigende situatie.
De trigger is een wekker voor de oude vriend om wakker te worden en zich ermee te bemoeien.
Door zicht te krijgen op welk specifiek gedrag je in een overlevingsrol doet belanden, ga je sneller herkennen dat je getriggerd bent en vanuit een overlevingsrol acteert. Je kunt de oude vriend dan tijdig vertellen dat hij nu niet meer nodig is en kan ontspannen!
Een vervelend aspect van overlevingsrollen is het feit dat de output van een overlevingsrol vaak een trigger (input) is voor een overlevingsrol van iemand anders. In het voorbeeld was de persoon die niet meer mee wilde doen zelf in een overlevingsrol terechtgekomen door wat er voorviel (=haar triggerde). Het ‘niet-meer-meedoen’ gedrag dat ze vanuit die overlevingsrol liet zien was weer een trigger voor een overlevingsrol van een aantal anderen in het team, enz.
Afstand nemen
Een volgende stap in het onderzoek is dan ook om te onderzoeken hoe je eigen overlevingsrol anderen weer triggert in eigen overlevingsrollen. Dit is een heel lastige opgave omdat het moeilijk is door de overlevingsrol heen te kijken naar het effect ervan op anderen. Op het moment dat de teamleden hier zicht op krijgen, wordt zichtbaar dat je een systeem vormt met z’n allen waarin je elkaar triggert in overlevingsrollen. Deze ‘onderstroom’ in een team leidt af van het teamdoel, blokkeert de energie die nodig is om het teamdoel te bereiken en leidt tot een minder goed werkklimaat.
Door zicht te krijgen op zijn overlevingsrollen, krijgt het team een krachtig instrument in handen om zich verder te ontwikkelen. Door het onderzoeken en daarmee afstand nemen van overlevingsrollen, worden automatisch functionele rollen actief, waardoor het team verder kan met het realiseren van zijn doelen.
Door: Peter Kunneman, medeauteur van het boek Leve het Team >>
Systems-Centered® en SCT® zijn geregistreerde handelsmerken van het Systems-Centered Training and Research Institute (SCTRI), een organisatie zonder winstoogmerk.