In een tijd waarin persoonlijke ervaringen en emoties steeds meer het publieke debat bepalen, stelt Ariane van Heijningen een kritische vraag: maakt het voelen als een slachtoffer je ook daadwerkelijk tot slachtoffer? In dit opiniestuk, oorspronkelijk verschenen in Dagblad Trouw, onderzoekt ze de delicate balans tussen het erkennen van emoties en het zoeken naar objectieve waarheid.
Volgens recente cijfers van het CBS waren in 2024 naar eigen zeggen ruim 1,7 miljoen Nederlanders slachtoffer van seksueel grensoverschrijdend gedrag. En gaf 17 procent van alle werknemers aan met ongewenst gedrag op het werk maken hebben gehad. In dat kleine zinnetje “naar eigen zeggen” ligt het gevaar: je bént nog geen slachtoffer, omdat je je slachtoffer vóélt.
We leven in een tijd waarin persoonlijke verhalen met heftige gevoelens – vaak gedeeld op sociale media – snel het publieke debat domineren. En vervolgens gaat het gesprek alleen over het gevoel van het vermeende slachtoffer. Dat is gevaarlijk, want als we gevoelens blindelings gelijkschakelen aan waarheid, lopen we het risico dat rechtvaardigheid wordt ingeruild voor willekeur en vertrouwen in systemen verdwijnt.
Emoties vertellen hun eigen verhaal
Stel je een medewerker voor die zich gekleineerd voelt door een leidinggevende en dat ervaart als grensoverschrijdend gedrag. De leidinggevende daarentegen snapt niet dat zijn gedrag zo wordt ervaren. Wie heeft gelijk?
Als omstanders moeten we niet proberen zo snel mogelijk partij te kiezen voor de één of de ander, maar alle betrokkenen verleiden kritisch na te denken over vooral zichzelf. Maak ik mijzelf iets wijs op basis van mijn eerste emoties?
O ja? Is dat zo?
Tijdens een bijeenkomst met een team dat ik in mijn functie als teamcoach begeleidde in de ouderenzorg, kwam een verzorgende te laat. “Sorry,” zei ze, “ik werd bedreigd door meneer X. Ik moest even op adem komen.” Haar collega’s reageerden onmiddellijk met verontwaardiging richting de bewoner. Een leidinggevende sprak zelfs over disciplinaire maatregelen. Om de situatie beter te begrijpen, stelde ik de verzorgende een paar vragen:
Ik: En wat was in die situatie hét moment waarvan je zou zeggen: dit is bedreiging?
Zij: Toen hij zijn asbak met een harde klap op de grond smeet.
Ik: Wat dacht je toen?
Zij: ‘Gelukkig gooit hij de asbak niet naar mij.’ Maar ik voelde me zo onveilig. Doodeng.
Ik: Dus op het moment dat meneer X de asbak op de grond gooide, werd jij bedreigd, zeg je? Zij: Nou, daar was ik bang voor
Door deze vragen realiseerde ze zich dat ze bang was geweest voor bedreiging, maar niet daadwerkelijk bedreigd was. Haar reflectie voorkwam onterechte escalatie.
Je gevoel zegt iets over jou, niet per se over de situatie
Wij zien gevoelens tegenwoordig als absolute waarheid: “Ik voel me onveilig, dus het ís onveilig.” Maar dat klopt niet. Je kunt je jong voelen zonder jong te zijn, of je angstig voelen zonder werkelijk gevaar te lopen. Als we individuele gevoelens als bewijs accepteren voor wat er in een situatie gebeurd is, stopt het gesprek: er is immers maar één waarheid, en die ligt bij degene die zich slachtoffer voelt. Of bij degene die zeker weet dat hij of zij niks fout gedaan heeft. In beide gevallen doodt dit de dialoog en maakt het oplossingen onmogelijk.
Je bent geen wegkijker, als je niet automatisch iemands conclusies overneemt
Je zou kunnen zeggen: “Door zo’n focus op feiten, neem je gevoelens niet serieus.” Maar dat is niet zo. Gevoelens serieus nemen is niet hetzelfde als de conclusies die deze gevoelens oproepen kritiekloos accepteren. En let op: dat is iets heel anders dan niet geloven wat er gebeurd is! Stop met direct meegaan in de conclusie van de ander, uit in angst dat dat je anders een wegkijker zou zijn. Je gevoel kritisch onderzoeken, geeft slachtoffers juist de kans om hun ervaringen beter te begrijpen en te verwerken. Daarnaast beschermt het tegen overhaaste conclusies die onschuldigen schade toebrengen. Zoals bij de verzorgende: haar eigen reflectie leidde tot een genuanceerder beeld van de situatie. Dat hielp niet alleen de vermeende dader, maar vooral haarzelf.
En dat is bijzonder moedig. Want het vraagt lef om verder te kijken dan je eerste emotie en je oprecht af te vragen wat er zojuist gebeurd is.
Geef emoties geen onbeperkt gezag
Emoties verdienen erkenning, maar geen onbeperkt gezag. Misschien voelt dit ongemakkelijk. Misschien klinkt het alsof je slachtoffers niet serieus neemt, als je hun emoties niet als onomstotelijk bewijs zit. Maar niets is minder waar. We nemen mensen pas écht serieus als we verder kijken dan de eerste emotie, en durven vragen: hoe noem je dat precies, wat er is gebeurd?
Door: Ariane van Heijningen
Dit blog is in verkorte versie verschenen als opiniestuk in Dagblad Trouw op 16 december 2024. Ariane van Heijningen is auteur van het boek Goedbedoeld moeilijk maken – hét boek voor coaches en iedereen die het lef heeft om levensveranderende gesprekken te voeren. Ze is spreker, trainer en coach en heeft een scherp oog voor het menselijke denken en doen. Ze helpt mensen vragen te stellen die leiden tot verdieping, en dat doet ze met passie, humor en toewijding. Lees meer op Denkplaats