In de discussie over de verhoging van de pensioenleeftijd wordt de laatste tijd steeds meer plek ingeruimd voor het begrip demotie.Op latere leeftijd een stap terug doen, zou werknemers veel langer aan het werk kunnen houden, zeggen voorstanders. Ben Emans, lector personeelsbeleid aan de Hanzehogeschool Groningen, is een van hen. Hij schreef een gastcolumn voor de werkgeversvereniging AWWN, waarin hij de voordelen op een rij zet. En ook dat ene tegenargument aanhaalt.
Volgens Emans is de vraag of demotie heilzaam of verwerpelijk is, niet moeilijk te beantwoorden. Bij demotieregelingen gaat het om fijnafstemming van arbeidsovereenkomsten. Net als promotieregelingen regelen ze de aanpassing van iemands functiehoogte en beloningshoogte aan zijn waarde voor de organisatie. Volgens Emans zou daarmee het pleit beslecht kunnen zijn: Demotieregelingen zijn heilzaam, want wat is er tegen fijnafstemming?Maar ook Emans weet dat er veel redenen kunnen zijn om demotie verwerpelijk te vinden. Vandaar dat hij vijf argumenten pro, en één argument contra demotie op een rij zet.
Pro-argument 1: Demotie maakt dat het rendabel blijft om werknemers wier expertise door wat voor oorzaak dan ook in waarde terugloopt, in dienst te houden. Dat is gunstig voor werkgevers, maar ook voor werknemers; het kan de redding zijn van hun aanstelling.
Pro-argument 2: Een demotieregeling is goed voor het rechtvaardigheidsgevoel van werknemers. Voor directbetrokkenen zelf neemt demotie redenen weg om zich overbetaald te voelen en voor collega’s neemt demotie redenen weg om zich onderbetaald te voelen. De solidariteit tussen generatiecohorten vaart er wel bij.
Pro-argument 3: Het blote feit dat demotie tot de mogelijkheden behoort, zal werknemers prikkelen tot investeringen in hun expertise. De inzetbaarheid van de beroepsbevolking is erbij gebaat.
Pro-argument 4: Demotieregelingen hebben, overall, een matigende werking op inkomens. Nu de levensstandaard in Europa in de komende jaren licht naar beneden zal gaan, bieden demotieregelingen mogelijkheden om die teruggang op een rechtvaardige manier te verdelen.
Pro-argument 5: Demotieregelingen zijn goed tegen stress. Als demotie normaal wordt, wordt het makkelijker om een stapje terug te doen voor iemand die daaraan toe is.
Contra-argumenten zijn minder makkelijk voor handen volgens Emans. Maar hij noemt er één: demotieregelingen geven gedoe. Voordat we het weten, ontstaat er een onzalige bureaucratie rond prestatiebeoordeling. De vormgeving ervan is buitengewoon problematisch.
Daarom kunnen volgens Emans demotieregelingen alleen voor nieuwe arbeidsovereenkomsten gelden. Het is dus iets voor de lange termijn. Te denken valt aan het clausuleren van promoties: wie een hogere functie of salariëring krijgt, weet dat deze slechts voor een bepaalde tijd gegarandeerd is.
Ongewisheden zijn er voorlopig dus nog volop, maar dat is geen doorslaggevende bedenking, zegt Emans: Dit betreft immers de uitwerking van het demotieconcept, niet de heilzaamheid van het fenomeen zelf.
Naast het ene contra-argument heeft Emans nog wel een paar non-argumenten:
Non-argument 1: Demotie treft per definitie vooral ouderen en dat is niet eerlijk, want ouderen beschikken over onvervangbare kennis en ervaring. Commentaar: voor de ouderen voor wie dit geldt, hoeft niemand op te komen; voor hen heeft de demotieformule geen gevolgen.
Non-argument 2: Demotieregelingen zijn alleen leuk voor werkgevers, die krijgen lagere loonkosten. Commentaar: ze krijgen meer manoeuvreerruimte bij het verdelen van loon, dat is wat anders.
Non-argument 3: Werknemers gaan er arbeidsrechtelijk op achteruit; de zwaksten worden gepakt. Commentaar: demotie is de tegenhanger van promotie en betreft daardoor vooral loopbanen met veel promotiemogelijkheden; het zijn bijgevolg de meest verdienenden, de sterksten die er mogelijk op achteruitgaan; demotieregelingen passen in de strijd tegen de graaicultuur.
Emans komt tot de conclusie dat demotie bespreekbaar moet worden. Het probleem is alleen dat we er onwennig tegenover staan. 'Maar nog niet zo ontzettend lang geleden stonden velen ook onwennig tegenover het vrouwenkiesrecht, om maar wat te noemen. En dat is er toch ook gekomen. Met demotieregelingen zal het niet anders zijn.'
(Bron: AWWN)