Volgens kinderpsychiater Edward Hallowell lijden slecht functionerende medewerkers in een organisatie vaak aan dezelfde kwaal als veel van zijn jeugdige patiënten: 'disconnection'. Ze voelen zich niet verbonden met de dingen die ze (moeten) doen. Gelukkig heeft de dokter ook een remedie bedacht; de Cycle of Excellence. Werknemer én werkgever profiteren ervan.
Geschatte leestijd: 4 minuten
Inhoudsopgave
- Vijf stappen
- Past je baan bij je?
- 1. Waar ben je het best in?
- 2. Wat doe je het liefst?
- 3. Waar zou je beter in willen zijn?
- 4. Welke van je talenten heb je nog niet ontwikkeld?
- 5. Op welke vaardigheid ben je het meest trots?
- 6. Wat vinden anderen je sterkste punten?
- 7. Waar ben je beter in geworden?
- 8. Waarin kun je maar niet beter worden, hoe je ook je best doet?
- 9. Waaraan heb je de meeste hekel?
- 10. Welke vaardigheden moet je nog verder ontwikkelen, wil je je werk goed kunnen doen?
- 11. Met welke mensen werk je het liefst samen, met welke gaat het minder?
- 12. Welke organisatiecultuur haalt het beste in je naar boven?
- 13. Wanneer was je in je loopbaan het gelukkigst? Wat deed je toen?
- 14. Wat zou je in de toekomst in het liefs willen doen?
- 15. Kun je in je huidige baan meer waarde toevoegen aan de organisatie door je tijd anders te besteden?
Vijf stappen
De Cycle of Excellence bestaat uit vijf stappen, die elk een onmisbaar deel vormen van het fundament onder excellente prestaties.
- Kies de juiste taken/functie: veel mensen blijven veel te lang hangen in (voor hen) verkeerde banen;
- Maak contact met collega’s: verbondenheid zorgt voor loyaliteit, opwinding, inspiratie, troost en de bereidheid om offers te brengen;
- Speel met problemen: spelen vormt de basis voor ideeënontwikkeling en voor spontaan en intuïtief denken, en kan tot leiden tot ‘flow’;
- Worstel met en groei door uitdagingen: het overwinnen van ingewikkelde werkproblemen geeft enorm veel voldoening en uithoudingsvermogen;
- Straal (en laat je in het zonnetje zetten) als je succes hebt behaald: de behoefte aan erkenning is een van de meest basale menselijke behoeften. Wie erkend wordt maakt dopamine aan, een neurotransmitter die verantwoordelijk is voor plezier en welbevinden.
Past je baan bij je?
Je antwoorden op de volgende vragen kunnen duidelijk maken of je een baan een combinatie is van wat je graag doet, waar je goed in bent en wat waarde toevoegt aan de organisatie. Als dat niet zo is, overweeg dan of je een aantal taken kunt overdragen aan anderen of zelfs om een andere functie of loopbaan te zoeken.
1. Waar ben je het best in?
Het is verbazingwekkend hoeveel mensen jarenlang bezig zijn om goed te worden in waar ze slecht in zijn, in plaats van nóg beter te worden in waar ze al goed in zijn.
2. Wat doe je het liefst?
Het antwoord op deze vraag is niet altijd identiek aan het antwoord op vraag 1. Tenzij het illegaal is of slecht voor je: doe wat jet liefste doet. Als dat dan ook nog productief en nuttig is, maak er dan je carrière van.
3. Waar zou je beter in willen zijn?
Je antwoord kan erop wijzen dat je een cursus moet volgen of een mentor moet zoeken. Maar het kan ook betekenen dat je een deel van je werk dient te delegeren.
4. Welke van je talenten heb je nog niet ontwikkeld?
Zeg nou niet: ‘geen’.
5. Op welke vaardigheid ben je het meest trots?
Meestal hangt het antwoord samen met problemen die je hebt overwonnen.
6. Wat vinden anderen je sterkste punten?
Vaak betreft het dingen die je zelf vanzelfsprekend vindt omdat ze je heel gemakkelijk afgaan.
7. Waar ben je beter in geworden?
Misschien zijn er nog andere zaken waarbij wat extra inspanning zal lonen.
8. Waarin kun je maar niet beter worden, hoe je ook je best doet?
Mee ophouden, want het is verloren tijd!
9. Waaraan heb je de meeste hekel?
Die taken kun je beter delegeren of uitbesteden.
10. Welke vaardigheden moet je nog verder ontwikkelen, wil je je werk goed kunnen doen?
Misschien een cursus volgen, een boek lezen of met een mentor of coach gaan werken?
11. Met welke mensen werk je het liefst samen, met welke gaat het minder?
Mensen die alles goed op een rijtje hebben? Creatieve types? Maak zelf een voorkeurslijstje.
12. Welke organisatiecultuur haalt het beste in je naar boven?
Het is opvallend hoeveel mensen blijven zitten in een omgeving die totaal niet bij hen past.
13. Wanneer was je in je loopbaan het gelukkigst? Wat deed je toen?
Zou je dat soort dingen nu ook kunnen doen?
14. Wat zou je in de toekomst in het liefs willen doen?
Wat weerhoudt je?
15. Kun je in je huidige baan meer waarde toevoegen aan de organisatie door je tijd anders te besteden?
Het antwoord op deze vraag is voor je manager belangrijk, het geeft hem of haar informatie waar hij of zij zelf niet zo gauw op zou komen.
(Bron: Edward M. Hallowell, Harvard Business Review)