Kunnen we iets leren van de perfecte organisatie van de Tour de France in Utrecht?
Ja mooi, hoe zo’n organisatie van zo’n Tour de France in Utrecht als een zonnetje kan lopen. En interessant ook hoe dat komt. Ik kreeg gelijk een associatie met het Platform A6/A9 waar ik ooit deel van uitmaakte. Een groepje verontruste burgers dat erin slaagde de aanleg van een snelweg tegen te houden. Het machtige Rijkswaterstaat en het hele kabinet moesten terugkomen op hun plan om een weg door Naardermeergebied, over de rivieren Vecht en het Gein aan te leggen. We beschreven dit ooit uitgebreid in ONveranderbaarheid van organisaties.
Ook hier – net als bij de Tour in Utrecht – vrijwilligers, ook hier een welomschreven en uniek doel, ook hier het vaste voornemen dat doel ook echt te realiseren en ook hier een bereidheid jezelf ondergeschikt te maken aan dat doel. Ook hier de volle bereidheid te improviseren en te accepteren dat er veel onverwachts zal gebeuren en ook hier alle aandacht voor het operationele… en waarschijnlijk mis ik nog heel wat van die ‘ook hiers’.
Dus wat maakt omgekeerd nu dat het werken in organisaties, zoals we die kennen, vaak zoveel moeizaams in zich heeft? Ik vermoed dat het te maken heeft met herhaalbaarheid.
In ‘gewone’ organisaties zijn we niet alleen bezig met hoe iets nu operationeel verloopt, maar proberen we ook steeds lessen voor de toekomst te trekken. De lerende organisatie noemen we dat dan vol vooruitgangsgeloof.
Eigenlijk betekent het ook dat je steeds niet alleen bezig bent met wat zich nu voltrekt, maar dat je je ook de hele tijd afvraagt met wat een volgende keer beter kan. Je kijkt met een voortdurende kritische blik naar het heden, je eigen bijdragen daarin, maar ook de bijdragen van de anderen. En omdat jij niet de enige bent die dat doet, ontstaat natuurlijk een onoverzichtelijk bedoelingengedoe. En veruit de meeste van die bedoelingen zijn dan ook nog eens goede bedoelingen! En dat proberen we dan in goede banen te leiden met transparantie, feedback, openheid en allemaal mooie leercyclussen. Reflection in action, maar dan op het niveau van de organisatie als geheel…
Het heerlijke van zo’n eenmalige organisatie is dat alles wat misloopt, valt in de categorie ‘jammer dan’. Alles wat goed gaat is reden tot vreugde. En als het klaar is, is het ook klaar; dan doen we er een strik om en gaan we weer wat anders doen. Een boeiende ervaring rijker.
Wat denk je, kunnen we iets leren van eenmalig organiseren voor robuust organiseren? Zou toch wel leuk zijn, hè?
Jaap van ’t Hek werkt als organisatieadviseur en interimmanager en vormt samen met Leike van Oss Organisatievragen. Onlangs verscheen hun (derde) boek Onderweg. Pragmatisch veranderen in robuuste organisaties (Ooa-boek van het jaar 2014).
Tip: Jaap van ’t Hek spreekt op het Jaarcongres Verandermanagement.