Je zou verwachten dat de collectieve intelligentie van een groep mensen – zeg: een team – min of meer een gemiddelde is van de intelligentie van de individuele groepsleden. Niet dus: de collectieve intelligentie heeft weinig of niets te maken met de intelligentie van de groepsleden – een groep kan aanzienlijk dommer of slimmer zijn dan de individuele groepsleden. Dit is belangrijk, want teams met een hogere collectieve intelligentie zetten betere prestaties neer.
Ook factoren als de groepstevredenheid, groepscohesie en groepsmotivatie zijn niet gecorreleerd aan de collectieve intelligentie. Dat blijkt uit onderzoek van Anita Woolley (Carnegie Mellon University) en Thomas Malone (MIT Center for Collective Intelligence).
Collectieve intelligentie groter met vrouwen
Eén factor blijkt echter wel de collectieve intelligentie aanzienlijk te vergroten: de aanwezigheid van vrouwen in de groep. Nog sterker: hoe meer vrouwen, hoe hoger de collectieve intelligentie. Met de aantekening dat het effect op een gegeven moment enigszins afneemt: enige ‘genderdiversiteit’ is kennelijk wenselijk.
De onderzoekers zeggen in feite dat groepen vrouwen intelligenter zijn – en beter presteren – dan groepen mannen. Veel is verklaarbaar door de factor ‘sociale sensitiviteit’, waar (de meeste) vrouwen beter in zijn dan (de meeste) mannen. Dus waar het eigenlijk om gaat, is dat je veel sociaal sensitieve mensen in een groep hebt. Dat zijn mensen die naar elkaar luisteren, op constructieve wijze kritiek uitwisselen, open-minded zijn, niet autocratisch of dominant. In het onderzoek waren groepen met zeer intelligente, maar helaas dominante mensen – wat resulteerde in een lage collectieve intelligentie.
Collectieve intelligentie
Er zijn aanwijzingen dat collectieve intelligentie ook bestaat in grotere groepen dan teams – zoals families (vrouwenrijke families zouden dan een hogere collectieve intelligentie hebben), bedrijven en steden.
Hoe groter een groep, hoe minder face-to-face contact er is en hoe minder de groep van de (sociale sensitiviteit van de) individuele leden kan profiteren – maar de moderne (communicatie)technologie kan hier veel opvangen. ‘De vraag die we hier beginnen te stellen’, zeggen de onderzoekers, ‘is: hoe kun je de collectieve intelligentie van bedrijven, landen of de hele wereld vergroten?’
(Bron: Anita Woolley & Thomas Malone in Harvard Business Review)