Heb je een strategie nodig? Dat doe je als volgt, een beetje gemodelleerd naar bijna alle boeken en artikelen over het onderwerp.
Broeikasmodel om een strategie te formuleren
- Er is één hoofdstrateeg – de ceo, die alle strategie uitplant. Andere managers strooien kunstmest, consultants leveren advies (soms ook de strategie – ssst, niet verder vertellen).
- Planners analyseren de betreffende gegevens, zodat de ceo de strategie kan formuleren, in een beheerst proces van bewust denken, zoals tomaten worden geteeld in een broeikas.
- Hieruit komt de strategie voort, onbevlekt ontvangen, en vervolgens formeel verwoord, zoals rijpe tomaten worden geplukt en naar de markt worden gestuurd.
- Vervolgens wordt de expliciete strategie geïmplementeerd, waarbij de nodige begrotingen worden geformuleerd, en de juiste structuur wordt opgezet – de broeikas voor de strategie. (Als de strategie mislukt, krijgt de implementatie de schuld, met name die sufferds die niet slim genoeg waren om de geniale strategie van de ceo uit te voeren. Maar pas op: als die sufferds slim zijn, vragen ze: ‘Maar als je zo slim bent, waarom heb je dan geen strategie geformuleerd die wij sufferds kunnen implementeren?’ Elke misser in de implementatie is ook een misser in de formulering.)
- Het managen van dit proces is alsof je de strategie zorgvuldig plant en verzorgt terwijl hij groeit volgens de planning, zodat de markt er massaal op afkomt.
Het tuinmodel om een strategie te formuleren
- Strategieën groeien aanvankelijk als onkruid in een tuin: je hoeft ze niet te cultiveren als tomaten in een broeikas. Ze kunnen zich vormen, in plaats van geformuleerd te worden, terwijl beslissingen en acties versmelten tot een consistent patroon. Met andere woorden: strategieën dienen zich geleidelijk aan via een leerproces. De broeikas komt zo nodig later wel.
- Deze strategieën kunnen wortelschieten op allerlei merkwaardige plekken. Overal waar mensen in staat zijn te leren, en de middelen hebben om die capaciteit te ondersteunen. Iedereen die stuit op een kans, kan een idee bedenken dat kan uitgroeien tot een strategie. Een ingenieur spreekt een klant en komt op een nieuw product. Zonder besprekingen, zonder planning – ze bouwt het gewoon. Mogelijk zijn de zaadjes van een nieuwe strategie uitgestrooid. Ik wil maar zeggen: organisaties kunnen niet altijd plannen waar een strategie begint, laat staan de strategie zelf plannen. Productieve strategen leggen dus een tuin aan op vruchtbare grond, waar allerlei ideeën wortel kunnen schieten, en de beste kunnen gedijen.
- Losse ideeën worden strategieën wanneer de organisatie ervan doordrongen raakt. Andere ingenieurs zien wat ze heeft gedaan en volgen haar voorbeeld. Dan beginnen de verkopers het te snappen. En dan opeens heeft de hele organisatie een nieuwe strategie – een nieuw patroon in haar activiteiten. Mogelijk zelfs tot verrassing van de top. Onkruid kan tenslotte welig tieren en een hele tuin overnemen. Conventionele planten lijken niet meer op hun plek. Maar onkruid is weinig anders dan een plant die je niet verwacht. Als het perspectief verschuift, wordt de strategie in opkomst mogelijk zelfs gewaardeerd, zoals Europeanen paardenbloemen door hun salades mengen, het beruchtste onkruid in Amerika.
- Zodra je de waarde van een strategie in opkomst inziet, kun je de verbreiding natuurlijk managen, zoals je planten selectief vermeerdert. De strategie die zich aandiende wordt een doelbewuste strategie. Managers moeten weten wanneer ze gevestigde strategieën moeten exploiteren en wanneer ze nieuwe soorten meer ruimte moeten geven.
- Het management van dit proces is dus geen kwestie van strategieën plannen of planten, maar constateren dat ze opkomen en zo nodig ingrijpen. Een werkelijk destructief onkruid moet je met wortel en tak uitroeien zodra je het ziet. Maar een gewas dat iets kan opleveren, moet je misschien even aankijken. Of doen of je het niet ziet, totdat het vrucht draagt of wegkwijnt. Dan kun je broeikassen bouwen voor de soorten die fruit opleveren, al dan niet gemakkelijk te plukken.