Niet alleen de vorm van de innovatieprocessen kan verschillen, ook de stijl van innoveren is sterk afhankelijk van de kenmerken van het innoverende bedrijf en zijn markt. Drie belangrijke stijlen van innoveren worden hier getypeerd: planmatig innoveren, intuïtief innoveren en bottom-up innoveren. In grote organisaties waar veel wordt geïnnoveerd, wordt planmatig geïnnoveerd. Omdat innovatie essentieel is voor het succes, hebben zij innovatie strak georganiseerd.
De strategie van het bedrijf en de langetermijnplannen vormen daarbij de belangrijkste aanleiding om innovaties in gang te zetten. De verantwoordelijkheid voor het realiseren van innovatieprojecten is toegewezen aan afdelingen die gespecialiseerd zijn in het leiden van dergelijke projecten. De innovaties worden uitgevoerd door formeel aangestelde multidisciplinaire projectteams, geleid door een projectmanager. Deze projectteams volgen een voorgeschreven, gestandaardiseerd innovatieproces en moeten zich verantwoorden aan een stuurgroep, volgens het stage-gate-model.
Intuïtiever innoveren
Grote multinationale productbedrijven die nieuwe technologieën toepassen, hebben vaak deze planmatige innovatiestijl. British Telecom, KPN, Sony en Philips zijn hier goede voorbeelden van. Kleine bedrijven innoveren intuïtiever, vanuit de onderbuik. Het is hier meestal de ondernemer die zelf met ideeën komt en persoonlijk de innovaties stuurt. Signalen van een klant die door de ondernemer vertaald worden in een kans, zijn de belangrijkste aanleiding om te innoveren. Maar ook het enthousiasme van de ondernemer voor nieuwe ontwikkelingen in zijn vakgebied kan een reden zijn.
Bij het realiseren van deze innovaties wordt het project in onderdelen gesplitst, die als deelopdrachten worden uitgevoerd door medewerkers die hiervoor de kennis of kunde en tijd hebben. Vaak werkt men met prototyping, wat wil zeggen dat niet eerst een concept wordt uitgewerkt, maar dat men direct oplossingen probeert tot stand te brengen.
Een dergelijke werkwijze komt veel voor bij kleine bedrijven, waar de ambitie van de ondernemer en de ontwikkelingsrichting van het bedrijf nauw met elkaar verbonden zijn. Ook ondernemers die meer affiniteit hebben met innovatie dan met de dagelijkse werkroutine hebben vaak een sterk sturende rol in de innovaties van het bedrijf.
Bottom-up innovatie
We spreken van bottom-up innoveren als medewerkers zelf innovaties initiëren en realiseren in het bedrijf. Dit gebeurt vaak bij kennisintensieve dienstverlenende bedrijven zoals adviesbureaus, ingenieursbureaus, architecten en ICT-dienstverleners. De specialistische kennis van deze werknemers en hun directe contacten met externen vormen een goede voedingsbodem voor het ontstaan van nieuwe ideeën, zoals het verbeteren van het eigen bedrijfsproces of de ontwikkeling van nieuwe diensten voor klanten.
Om deze ideeën om te zetten in innovaties is er allereerst steun van het management nodig en tijd van de initiatiefnemers om de ideeën uit te werken. De uitvoer van deze innovaties wordt doorgaans overgelaten aan de betreffende werknemers. Een groot afbreukrisico bij bottom-up-innovaties is het wegvallen van de inzet van de initiatiefnemers, bijvoorbeeld doordat zij op nieuwe klantopdrachten worden ingepland of doordat zij uit dienst treden.
De innovatieliteratuur is voor een groot deel gebaseerd op planmatige innovaties in grote organisaties, waarschijnlijk omdat de innovatiewerkwijze in deze gevallen het meest geformaliseerd en zichtbaar is. De basisgedachte achter planmatig innoveren kan gebruikt worden bij de andere stijlen van innoveren.
Bron: Het innovatieboek