Veel mensen willen of durven niet te spreken in het openbaar omdat ze bang zijn hun zenuwen niet in bedwang te kunnen houden. Op het moment dat het bijna zover is dat ze hun zegje moeten doen, gaat hun hartslag flink omhoog waardoor hun ademhaling zich versnelt, wat de kans op het maken van goed geformuleerde zinnen verkleint.
Sommigen krijgen het gevoel dat hun keel dicht gaat zitten. Bij anderen komen er trillingen in het gezicht. Dat soort dingen. Maar wat nou als je dat niks kan schelen, als je je er niet druk om maakt?
Ja, als je zo begint haak ik meteen af, zullen sommige lezers nu denken. Maar hoho, het is pas tip 2 uit mijn boek Spreken in het openbaar. Ik meen deze tip echter, net als elke andere tip natuurlijk, wel heel serieus.
Je kunt niet af gaan
Begin aan een voordracht met de gedachte dat je niets te verliezen hebt en niet af kunt gaan. Dat moet je insteek zijn. Zo erg is het ook niet als je tijdens je voordracht eens een steekje of zelfs een flinke steek laat vallen. Natuurlijk wil je dat liever niet, maar het kan gebeuren. Bij iedereen gaan dingen weleens minder goed. Niks aan de hand. Volgende keer beter.
Je moet achteraf uiteraard wel nagaan waar het misging of minder goed ging en waarom dat zo was. Je moet immers van je fouten leren.
Het gaat me lukken
Als je voorafgaand aan een voordracht denkt dat het je niet gaat lukken omdat je te zenuwachtig bent, moet je die gedachte van je afschudden en inruilen voor een positieve gedachte: het gaat me wel lukken, ook al ben ik misschien wat zenuwachtig. Prent dat jezelf in, bij herhaling. Dit klinkt ongetwijfeld als een goedkoop advies van een pseudopsycholoog. Ik schrijf het hier toch op omdat ik ervan overtuigd ben dat het werkt. Ik zou er allerlei anderstalige termen voor kunnen gebruiken die gangbaar zijn in de echte psychologie, maar dat doe ik niet, want het komt simpel neer op het omzetten van de gedachteknop die je hebt. Die moet je een slag draaien: van ‘het gaat me niet lukken’ naar ‘het gaat me wel lukken’. En als je nu denkt: dat gaat me niet lukken, dat moet je dus denken: dat gaat me wel lukken.
Je verhaal is de moeite waard
De moeilijkste situatie om ergens een voordracht te houden, is voor velen een afscheidsdienst bij het overlijden van een dierbare. Toch is het ook mooi als je in zo’n situatie daadwerkelijk een voordracht kunt houden en die voordracht tot een goed einde weet te brengen. Alle mensen die bij zo’n afscheidsdienst zijn, zullen het je ongetwijfeld direct vergeven als je tijdens je verhaal in huilen uitbarst of slechts met lange tussenpauzes vooruitkomt. Maar het is in feite zonde als het zo gaat. Je hebt een verhaal te vertellen dat de moeite waard is en dat je het liefst heel duidelijk wilt overbrengen.
Focus op de inhoud
Dat belang moet je vooraf inzien. Daarop moet je focussen, op dat verhaal, op de inhoud ervan. De overledene verdient jouw woorden en de toehoorders willen die woorden van jou graag goed horen. Een sterke focus op de inhoud kan daarbij behulpzaam zijn. Denk vooruit in je verhaal. Je zegt nu dit en wat ga je hierna zeggen? Werk je voordracht in blokjes af. En prent je dus in: het gaat om wat ik wil vertellen. Lukt het uiteindelijk toch niet of slechts heel moeizaam, dan is dat natuurlijk niet erg. Want ook hier geldt dat je niets te verliezen hebt. Of misschien sterker nog: wat je misschien niet wilde verliezen, heb je al verloren.
Beluister de podcast: Spreken in het openbaar met Wim Daniëls
Bron: Spreken in het openbaar
Door: Wim Daniëls