Zeg tijdens een spreekbeurt geen van buiten geleerde tekst op. Als je niets uit het hoofd hebt geleerd, zoek je tijdens je voordracht ook niet paniekerig naar woorden en zinnen die je niet meer te binnen willen schieten. Het kost bovendien veel te veel tijd om een tekst van buiten te leren.
Er was eens een man die een voordracht gaf die hij helemaal uit het hoofd had geleerd. Maar tijdens de voordracht was hij op een zeker moment zijn tekst kwijt. Hij viel stil. Iemand die op de eerste rij zat en de spreker goed kende, wilde hem redden door hem een herinneringstrucje toe te fluisteren: ‘Vuisten ballen en zachtjes heen en weer lopen.’ Waarop de spreker die bijna in paniek was zijn stem weer verhief en ten overstaan van het publiek zei: ‘Vuisten ballen en zachtjes heen en weer lopen.’ Alsof dat de tekst was geweest die hem niet te binnen had willen schieten.
Natuurlijk brengen
Bij sprekers die hun tekst wel van buiten hebben geleerd, hoor je vaak een kunstmatige toon, tenzij je met heel professionele
sprekers te maken hebt. Toneelspelers zeggen in een stuk dat ze spelen avond aan avond een tekst op die ze uit het hoofd hebben geleerd. Maar willen ze geloofwaardig zijn, dan moeten ze hun tekst toch heel natuurlijk weten te brengen.
Het boek Spreken in het openbaar is evenwel niet geschreven voor toneelspelers. Jij staat niet avond aan avond op de planken in een theater dezelfde voorstelling te geven. Mijn advies is dus om geen tekst van buiten te leren voor een voordracht. Doe dat echt niet. Wees niet bang dat je gaat stuntelen omdat je geen houvast zou hebben.
Beluister de Boom Management Podcast met Wim Daniëls
Bron: Spreken in het openbaar
Door: Wim Daniëls