Kun je in Nederland relatief stressvrij werken? Bedrijfsarts en A&O-deskundige Jurriaan Blekemolen is niet overtuigd. Hij gebruikt bij zijn onderzoek naar werkstress nieuwe vragenlijsten – en de uitkomsten zijn alarmerend.
Het is een argument waar sommige werkgevers graag mee schermen: ‘Oké, 10% van onze werknemers heeft een burn-out, maar kijk eens naar die andere 90%. Die mensen werken onder dezelfde omstandigheden en kunnen die werkstress wél aan. En wat dacht je van recente cijfers van het CBS? Daaruit blijkt dat slechts 23% van het verzuim een relatie kent met het werk. Dus ligt 67% aan de werknemers zelf. Verzuim is een keuze.’
Zwartepieten
Jurriaan Blekemolen heeft deze argumenten vaak gehoord. Maar hij is nog niet overtuigd. ‘Kijk eens naar de organisaties die het goed doen, die al jaren profiteren van een laag verzuim. Die gaan niet zitten zwartepieten met hun werknemers, die kijken naar de andere kant van de zaak. Wat zijn de stressoren van werkstress waar wij invloed op kunnen uitoefenen? Wat kan de organisatie doen om het verzuim nog verder omlaag te krijgen? En het mooie is: dat lukt ze dan ook.’
Veel ernstiger
Bovendien blijkt uit Blekemolens onderzoek dat het probleem groter is dan gedacht. Want volgens hem zitten veel werknemers in de gevarenzone. ‘Tot nu toe dachten we dat het percentage werkenden die last hebben van psychosociale arbeidsbelasting op ongeveer 4 procent lag. Maar uit mijn onderzoek blijkt dat dit aandeel duidelijk hoger ligt, op 19%. Van die groep koppelt de meerderheid (bijna 64%) die problemen aan het werk.’
Nieuwe vragenlijst
Hoe zijn die veel hogere percentages te verklaren? Blekemolen dicht het toe aan een nieuwe vragenlijst. ‘Normaal wordt bij onderzoeken naar werkstress gebruikgemaakt van de Workability Index. Maar ik gebruik onder andere de Work Functioning Screener-Healthcare. Dat is een veel kortere vragenlijst, ontwikkeld door sociaal- en organisatiepsycholoog Edwin Boezeman voor medewerkers in de gezondheidszorg. Daarin staan vragen als: “Als mijn collega’s me niet af en toe helpen, kan ik mijn werk niet uitvoeren”. Bij de Workability Index kun je zo’n vraag met “ja” beantwoorden, en toch nog een voldoende werkvermogen scoren. Maar uit eerder onderzoek blijkt dat zo iemand een groot risico loopt op problemen in het werkfunctioneren.’
Herstelbehoefte
Een andere belangrijke vraag: Hoe lang heeft iemand nodig om te herstellen? ‘Hoe groter de herstelbehoefte, hoe groter ook de kans op een burn-out’, zegt Blekemolen. ‘Het probleem is namelijk dat het tempo tegenwoordig zo hoog ligt dat je die hersteltijd gewoon niet meer krijgt. Daardoor raak je nog vermoeider en wordt die hersteltijd nog langer. Vervolgens belandt je in een vicieuze cirkel naar beneden.’
Herstelvermogen
Maar let op, dat betekent volgens hem niet dat bedrijven alleen maar moeten streven naar vergroting van dat herstelvermogen. ‘Veel werkgevers zoeken het probleem bij de medewerker: doe maar een cursus mindfulness en je kunt er wel mee copen. Maar vaak is zo’n cursus maar beperkt effectief, want de problemen zitten toch echt in het werk.’
In de toegenomen automatisering bijvoorbeeld, of de steeds verdergaande bezuinigingen. ‘Vroeger kreeg een middle manager zijn informatie van een stafmedewerker’, zegt Blekemolen. ‘Nu moet hij die zelf uit het systeem halen. Bovendien is de span of control van zo’n manager verdubbeld, zodat de functie praktisch onuitvoerbaar is. Je ziet de een na de ander afbranden – met of zonder cursus mindfulness.’
Nachtdiensten
De oplossing? Neem een voorbeeld aan goed presterende bedrijven, organisaties met een laag verzuim. Die zullen blijven sleutelen aan hun processen. ‘Sommige hebben het verzuim door werkstress flink naar beneden gekregen’, zegt Blekemolen. ‘Daar zagen ze ook die toenemende herstelbehoefte, en dan vooral bij onregelmatige diensten. Als jij na enkele dagdiensten opeens moet overschakelen op een nachtdienst, kun je ervan uitgaan dat de hersteltijd te kort is.’
Roterende roosters
Daar hebben die organisaties dus iets op gevonden: de voorwaarts roterende roosters. ‘Die bewegen mee met het bioritme’, zegt Blekemolen. ‘Je doorloopt de dag van het begin tot het einde: eerst een dagdienst, dan een avonddienst, dan een nachtdienst. Op deze manier geef je mensen meer hersteltijd en breng je het verzuim door psychosociale arbeidsbelasting flink naar beneden.’