Sinds een jaar is de wereld in de ban van het coronavirus. Van experts, politici, bestuurders, ondernemers en betrokken burgers tot Arjen Lubach, allemaal vinden we iets van de aanpak van de crisis. Vaak vanuit ons eigen perspectief en belang. Af en toe valt daarbij de abstracte term ‘risicogestuurd beleid’. Wat is dat concreet én wat vraagt het van ons?
De context: hét superwilde vraagstuk
De pandemie is al vaak geclassificeerd als een wicked problem, een wild vraagstuk. Dit is nog zwak uitgedrukt. Door de uiterst hoge relevantie en urgentie om er wat aan te doen, vanwege de grote verdeeldheid over de aanpak en door een zekere mate van collectieve machteloosheid valt de pandemie in de buitencategorie van super wicked problems.
Zo’n superwild vraagstuk heeft vier eigenschappen: de tijd en daarmee het geduld raakt op, we zijn zelf de veroorzakers en daarmee ook de oplossing van het vraagstuk, een centraal machtscentrum krijgt het niet volledig onder controle en allerlei irrationele argumenten worden ingezet om al dan niet iets te doen. Het coronavirus voldoet overduidelijk aan al deze kenmerken. Het is hiermee hét maatschappelijke vraagstuk van dit moment. En waarschijnlijk ook voor de komende jaren, omdat het virus zich door allerlei mutaties zo maar van pandemie tot endemie kan ontwikkelen. Dan wordt het een infectieziekte die niet meer uit ons midden verdwijnt.
Geen eenduidige oplossingen, wel keuzes en besluiten
Om maar gelijk alle illusies van beheersing en controle in de kiem te smoren: superwilde vraagstukken zijn niet volledig te beheersen en te controleren. Ze hebben daardoor eveneens geen eenduidige oplossingen. Er bestaat geen aanpak waarmee iedereen in de samenleving het eens is, waarvan we zeker weten dat die werkt. Daarvoor zijn deze vraagstukken te complex, te veranderlijk en daardoor te onzeker en te onvoorspelbaar. Ook zijn superwilde vraagstukken ambigu of dubbelzinnig. Er worden door verschillende mensen verschillende betekenissen aan gegeven.
Er bestaan ver uiteenlopende opvattingen hoe als samenleving met het virus om te gaan. We horen en zien ze dagelijks in de media. Veel virologen en epidemiologen kijken heel anders naar het vraagstuk dan bijvoorbeeld psychologen, economen, filosofen of ondernemers. Natuurlijk, dat heeft in de eerste plaats te maken met het al dan niet hebben van specifieke kennis over virussen en de verspreiding ervan. Maar daarnaast speelt óók een belangrijke rol welke risico’s van het virus al dan niet aanvaardbaar zijn, en voor wie. Evenals de neveneffecten van de maatregelen. Wie worden daardoor geraakt? Ofwel, in hoeverre staat het middel in verhouding tot de kwaal, ook weer voor wie en voor hoe lang? En wie bepaalt dat eigenlijk?
Het ontbreken van ultieme, eenduidige oplossingen is natuurlijk geen vrijbrief om maar niets te doen. Er kunnen en moeten wel degelijk keuzes worden gemaakt om het superwilde vraagstuk enigszins hanteerbaar te maken, en te houden. Dit vraagt in de eerste plaats om helderheid in doelen en waarden: welke doelen en onderliggende waarden streeft de samenleving na? Op medisch, sociaal, economisch en ecologisch gebied? Waar en tussen wie treden zogeheten ‘waardenspanningen’ op? Welke waarden botsten met elkaar en wie hakt daar vervolgens knopen over door, met welk mandaat? Gebeurt dit centraal of decentraal, vanuit Den Haag, de veiligheidsregio of de gemeente? Het zal inmiddels wel duidelijk zijn dat standaard beleid hier geen optie is.
Risicogestuurd beleid: wat is dat?
Als standaard beleid geen optie is voor het omgaan met super wilde vraagstukken, is risicogestuurd beleid dat dan wel? Hier gaat nog een vraag aan vooraf: wat is dat eigenlijk? Voor het antwoord helpt het om eerst scherp te krijgen wat we met beleid bedoelen. Een eenvoudige, goed werkbare Wikipedia-beschrijving is de volgende: ‘Beleid is het stellen van doelen, middelen en een tijdpad in onderlinge samenhang.’ Hierop voortbouwend houdt risicogestuurd beleid dus expliciet rekening met de risico’s voor die doelen, voor de beschikbaarheid van de middelen en voor het beoogde tijdpad.
In diverse internationale richtlijnen voor risicomanagement wordt een risico de laatste jaren gezien als een onzekere gebeurtenis of situatie, met eveneens onzekere effecten op een doel. Neem het besmettingsrisico als voorbeeld. Het is niet zeker óf in een bepaalde situatie een besmetting bij iemand optreedt. En áls die besmetting daadwerkelijk optreedt, dan zijn de effecten eveneens onzeker: word je ziek en hoe ziek? Beland je in het ziekenhuis? Het besmettingsrisico in dit voorbeeld is dus in hoge mate afhankelijk van de context én de persoon. In algemene zin worden veel lastig te hanteren risico’s in hoge mate bepaald door de context en betrokkenen.
Dit is dus een eerste vereiste voor helderheid over risico’s: helderheid over doelen en voor wie die doelen al dan niet belangrijk zijn. Zie doelen waarop risico’s effecten kunnen hebben in de meest brede betekenis van het woord. Het kan een maatschappelijk gezondheidsdoel zijn, als het vermijden dat de IC-capaciteit in ziekenhuizen tekortschiet, of een heel persoonlijk doel. Die persoonsafhankelijke doelen variëren per persoon en per situatie. De ene persoon wil vanwege zijn of haar ziektegeschiedenis of hogere leeftijd hoe dan ook niet besmet raken. De andere persoon met een soortgelijke ziektegeschiedenis en leeftijd ziet dat heel anders. Die persoon is wel degelijk bereid om wat meer risico te nemen, bijvoorbeeld door het ontvangen van bezoek om niet nog eenzamer te worden. Weer iemand anders heeft die ziektegeschiedenis niet, is begin 20 en wil gewoon weer aan de studie, of aan het werk in de kroeg.
Risicogestuurd beleid zonder heldere doelen op alle niveaus, van openbaar bestuur tot individu, gaat dus nooit werken. Doelen en risico’s zijn immers innig met elkaar verbonden. Zonder concrete doelen geen concrete risico’s, laat staan concrete maatregelen om op een maatschappelijk aanvaardbare wijze met die risico’s om te gaan. Het lastige is alleen dat die doelen dus verschillen, tussen mensen onderling en ook tussen het individuele en het maatschappelijke niveau. Daarbij zijn de meeste doelen niet in beton gegoten. Door nieuwe inzichten kunnen ze zomaar veranderen.
Risicogestuurd beleid: wat vraagt het?
‘De coronacrisis grijpt diep in hoe we werken, hoe we leven, hoe we leren en hoe we zorgen. Niet alleen op de korte termijn, maar ook op de lange termijn.’ Aldus Kim Putters, directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau in het essay De machinekamer van de coronacrisis. Hij spreekt van een meervoudige crisis die vraagt om een meervoudige aanpak. Risicogestuurd beleid vraagt in de eerste plaats om heldere beleidsdoelen voor zo’n meervoudige aanpak, voor de korte en langere termijn.
Niets meer missen?
Schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief
Om zo’n meervoudige aanpak risicogestuurd te maken moet continu worden afgewogen welke risico’s voor welke groepen mensen spelen én welke bijeffecten eventuele maatregelen hebben (vaak voor andere groepen mensen). Dit vraagt om een pluriforme blik, dus om georganiseerde diversiteit vanuit tal van disciplines. Daarbij is het van belang dat niet alleen experts worden gehoord. De Noorse hoogleraar risicomanagement Terje Aven wijst bijvoorbeeld op het belang om ook risicopercepties van ‘gewone burgers’ serieus mee te wegen. Al is het maar om de kans op tunnelvisie van experts te beperken. En om maatregelen praktisch uitvoerbaar te houden.
Op papier klinkt dit allemaal veel eenvoudiger dan het in de weerbarstige praktijk is. Emoties over verschillende risicopercepties en onderliggende waarden kunnen hoog oplopen, zeker als een aantrekkelijk perspectief op een redelijke termijn ontbreekt. Risicogestuurd beleid daadwerkelijk ontwikkelen en uitvoeren vraagt dus nogal wat van ons, van bestuurder tot burger. Dit vraagt om zelfbeheersing, om regelmatige reflectie op doelen en waarden. Het vraagt vooral om het blijven luisteren naar de opvattingen van de ander. En het vraagt om het niet zeker te durven weten. Om zo in samenspraak tot afgewogen én maatschappelijk uit te leggen risico-besluiten te komen. Risicogestuurd beleid vraagt zo een stukje persoonlijk leiderschap van ons allemaal, van bestuurder tot burger.
Dr. Martin van Staveren schrijft, adviseert en doceert over realistisch(er) omgaan met onzekerheden, risico’s én kansen, onder andere aan de Universiteit Twente. Hij schreef de boeken Risicogestuurd Werken en Risicoleiderschap. Onlangs verscheen zijn nieuwe boek Iedereen risicoleider: waarde realiseren en behouden in een onzekere wereld.