De huidige hiërarchische organisatie van de Rijksoverheid zit de aanpak van veel complexe vraagstukken in de weg. Die vragen om een andere, meer verbindende aanpak. Vanuit een centraal punt sturen en controleren is niet meer van deze tijd. De Rijksoverheid is aan groot onderhoud toe en dient verbindingen te leggen met de burgers en organisaties. Dit staat in het advies ‘Sturen én verbinden‘, dat de Raad voor het openbaar bestuur onlangs heeft uitgebracht op verzoek van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Door de decentralisatie van veel taken hebben ministeries het steeds minder voor het zeggen. Tegelijk trekken burgers meer initiatief en verantwoordelijkheid naar zich toe, waardoor de relatie tussen overheid, maatschappelijke instellingen en burgers verandert.
Samenwerken over grenzen
Daarnaast moeten ministeries voor complexe vraagstukken steeds vaker over de grenzen van de departementen heen samenwerken. Maatschappelijke opgaven zoals in de zorg, jeugd, energie en asielbeleid vragen om vernieuwende processen en vergen betrokkenheid van veel partijen buiten de overheid (bijv. zorginstellingen en scholen, maar ook burgerinitiatieven en online diensten zoals Airbnb en UberPoP). Deze ontwikkelingen vragen om een andere organisatie en – vooral – een andere bestuursstijl van de Rijksoverheid, zowel van politici als van ambtenaren.
Gerichte aanpak
Kleine aanpassingen volstaan niet om ervoor te zorgen dat de Rijksoverheid veranderingen in de samenleving tijdig kan waarnemen en er effectief op in kan spelen. De politieke sturing, de ambtelijke ondersteuning en de politiek-ambtelijke verhoudingen moeten met gerichte acties worden aangepakt:
1. Meer eenheid
Er dient meer eenheid te komen in het functioneren van het kabinet. Dit geldt in de eerste plaats voor de ministerraad. Het accent moet minder liggen op ieders individuele opgaven en portefeuille. Om de eenheid te bevorderen adviseert de Raad onder meer om de positie van de minister-president te versterken en de omvang van het kabinet te beperken.
2. Meer kwaliteit
De afgelopen jaren was er veel aandacht voor een kleinere overheid. De Raad vindt het nu tijd om de aandacht te richten op verhoging van de kwaliteit van de Rijksdienst en minder te focussen op het nog verder reduceren van de omvang. De Raad doet vier voorstellen om de kwaliteit te verhogen: harmoniseer de rijksdienst, geef meer ruimte aan leren en ontwikkelen, flexibiliseer de organisatie en verstevig de rol van de Algemene Bestuursdienst.
3. Meer tegenspraak en kennisdeling
Er dient voldoende ruimte te zijn voor ambtenaren om hun opvattingen over beleidsonderwerpen te uiten, ook als hun boodschap een lastige is. Verder is de Raad er voorstander van dat ambtenaren hun opvattingen kunnen geven in het parlement, juist in voortrajecten van beleid. Zo kunnen ze de informatiepositie van Kamerleden versterken.
4. Meer aandacht voor de kwaliteit van het veranderproces
Eerdere verbeteringsvoorstellen voor het functioneren van de overheid, gaven geen zekerheid over het uitvoeren ervan. Er is maar weinig echte verandering tot stand gekomen. Daarom vraagt de Raad speciale aandacht voor het veranderproces en voor de verankering ervan in de politiek. Er is politieke wil nodig en een langjarig leerproces om nieuwe werkwijzen te ontwikkelen.
Sturen én verbinden
Dit alles betekent niet dat er helemaal niet meer gestuurd moet worden. Sturen en soms stevig optreden blijven ook nodig. Maar de aanpak van veel complexe vraagstukken vergt daarnaast juist een nieuwe, meer verbindende aanpak. De Rijksoverheid moet leren effectief te schakelen tussen ‘sturen én verbinden’.
Tip: lees ook het boek Werken aan de wakkere stad.