
Mensen komen in veel organisaties geen stap vooruit omdat regels, bureaucratisch gedoe of starre kaders hen belemmeren om te doen waar de organisatie echt voor bedoeld is. In zijn boek Ruimte, stop met onzin, doe wat de bedoeling is geeft Frank Weijers heldere manieren om betere keuzes te maken.
Hoe krijg je mensen in een vastgelopen organisatie in beweging? Dat doe je in ieder geval niet door de ander ‘in zijn kracht te zetten’ of door de professional ‘meer ruimte te geven’. Populair jargon in de kantoortuinen, maar Frank Weijers vindt het een nogal vernederende benadering van professionals. Iedereen hééft namelijk al kracht en ruimte, want daar gaat iedere persoon namelijk zelf over. Wel vergt het moed van de professional om die ruimte ook daadwerkelijk te nemen. Of zoals Weijers het liever formuleert: je hebt vooral vertrouwen in jezelf nodig dat je de juiste stap zet. Zie daar de kern van het boek Ruimte. Stop met onzin, doe wat de bedoeling is. Frank Weijers rafelt in zijn boek op schematische wijze alle soorten bedoelingen uiteen en presenteert een model met drie cirkels om de complexe werkelijkheid snel in kaart te brengen. Vervolgens kleurt hij de modellen in met herkenbare voorbeelden uit de praktijk. Het lijkt zo eenvoudig: stoppen met doen wat niet je bedoeling is. Maar dan moet je eerst weten wat je bedoeling dan wel is. De auteur presenteert een aantal aardige en niet al te moeilijke oefeningen voor de lezer om bij zijn eigen ‘bedoeling’ te komen. Want ruimte nemen, dat doe je als hoofdpersoon in je eigen leven, niet vanuit een functie die je voor een organisatie vervult. Maar soms ontbreekt de ruimte om dat daadwerkelijk te doen: geen geld, geen tijd, geen vierkante meters, geen bevoegdheden of geen ruimte in je hoofd. De eerste stap is dan om een diagnose te stellen: wat is er hier echt aan de hand? Als je dat niet direct helder ziet, stop dan met alles dat niet bijdraagt aan het waarmaken van je richting. Dan kun je beter nadenken over wat wel de bedoeling is. Medewerkers geven zelf vaak aan welke inrichting ze nodig hebben. En waar aandacht is, worden regels overbodig. Praten en echt meebeslissen kan sowieso een hoop leed voorkomen. Het boek beschrijft goede manieren van feedback geven en technieken om open en veilig het ongemak te bespreken, bijvoorbeeld dat iemand buitengesloten wordt. Is er toch veel bureaucratische narigheid, dan heeft de auteur een reeks heldere suggesties om van overbodige regels af te komen. Zo heeft de gemeente Groningen de ‘ontregelrechtbank’: een platform om belemmerende of zinloos ervaren regels ter discussie te stellen. Dat geeft de ruimte die professionals nodig hebben om hun werk goed en met plezier te doen.