De managementstijl van wijkontwikkelingsmaatschappijen is bepalend voor het resultaat van herstructureringsprojecten in oude wijken. Dat stelt Michiel Kort in zijn proefschrift Perspectief op herstructurering. Een onderzoek naar het belang van organisatie en management van de wijkontwikkelingsmaatschappij. Kort promoveert donderdag 24 november aan de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR).
Kort deed onderzoek bij wijkontwikkelingsmaatschappijen in Nederland en Engeland naar kenmerken die bepalend zijn voor het behalen van goede resultaten bij de herstructurering van verouderde stedelijke gebieden.Een wijkontwikkelingsmaatschappij is een zelfstandige organisatie waarin publieke en private partijen samenwerken. De organisaties opereren op enige afstand van de overheid en de politiek, hebben eigen bevoegdheden en zijn hecht georganiseerd. Er wordt van ze verwacht dat ze sneller kunnen werken en tot betere resultaten komen. Uitvoerende partijen, bewoners, politieke partijen en maatschappelijke organisaties zijn echter vaak niet tevreden over die resultaten van de herstructurering.
Tijdelijke invloed
In de praktijk is niet de organisatievorm, maar het management doorslaggevend voor goede resultaten. De kenmerken van de organisatievorm (afstand, eigen bevoegdheden en hechtheid) zijn veel minder van belang, aldus de promovendus. Kort concludeert dat de invloed van organisatievorm tijdelijk is en bovendien afhangt van de specifieke situatie in het project. Opvallend, aangezien het belang van de onderzochte kenmerken in beleidsdocumenten over de wijkontwikkelingsmaatschappij wordt onderstreept en ook in bredere discussies sterk naar voren komt. .
Uit het onderzoek van Kort blijkt tegelijkertijd dat de organisatievorm van de wijkontwikkelingsmaatschappij wel toegevoegde waarde kan hebben. Deze werkt hierbij als een ‘façade’ waarachter partijen intensief kunnen samenwerken, terwijl naar de buitenwereld het beeld van tempo en daadkracht overeind blijft.
*
Michiel Kort is onderzoeker bij de opleiding Bestuurskunde aan de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR) en verbonden aan de TU Delft. Daarnaast is hij werkzaam bij organisatieadviesbureau Berenschot. Van het proefschrift is een handelseditie verschenen bij BOOM/LEMMA Uitgevers, ISBN 978-90-5931-754-3