In de ervaringswereld werkt iets pas als het zich in de praktijk heeft bewezen. De wereld van de wens daarentegen is een praatwereld. Veranderambities, nieuwe toekomsten, verbeteringen en veranderingen leggen we uit. We praten erover om ze te concretiseren. Maar wil je dat het veranderidee leidt tot anders werken, dan vraagt het niet om nog een keer uitleggen, maar om uitproberen in de praktijk. Niet alleen omdat het begrip voor en inzicht in (de gevolgen van) de verandering oplevert, maar vooral omdat de verandering aan die praktijk getoetst wordt en erop aangepast kan worden. Het is de noodzakelijke realitycheck van je veranderidee. Of het echt werkt weet je vooraf niet, je kunt het alleen achteraf ervaren.
Door het organiseren van interventies waarin mensen met elkaar aan de slag gaan, ontstaat in de ervaringswereld inzicht in de
werking en effecten van de verandering. In de ervaringswereld is immers niets zo overtuigend als een ervaring. Mensen de verandering laten uitproberen en ervaren heeft wel consequenties. In dat experimenteren is de kans aanwezig dat blijkt dat je plan in de realiteit anders werkt dan bedacht. Je veranderproces moet dan wel de ruimte hebben voor aanpassing.
Van abstracte naar doorleefde waarden
Gedrag van mensen in organisaties staat nooit op zichzelf, maar is geankerd in de organisatiecultuur. Cultuurwaarden zijn richtinggevend voor gedrag. Vaak bevat een geplande verandering daarom ook het plan om cultuur en waarden aan te passen aan de nieuw gewenste situatie. Maar dat is zo makkelijk nog niet. De bestaande waarden zijn namelijk gekoppeld aan handelen, ze hebben betekenis en ze hebben hun praktische waarde bewezen. Dat geldt nog niet voor de – al dan niet in een creatieve conferentie op de hei – gekozen nieuwe waarden.
Niemand heeft bezwaar tegen meer openheid, elkaar aanspreken, meer ondernemerschap of andere deugden die we graag in de toekomst meer willen zien. We moeten ons echter realiseren dat wat we willen nog lang niet de vanzelfsprekendheid heeft die de in de praktijk doorleefde waarden al wel hebben. Sterker nog, juist bij cultuurverandering zie je nog weleens dat met de gewenste cultuurwaarden beschreven wordt wat juist in het heden node gemist wordt. Als dat zo is, hebben die waarden nog geen praktische betekenis. De kloof tussen wens en werkelijkheid is dan des te groter en het onvermogen om ernaar te handelen ook.
Waarden bewijzen in handelen
Wil je dat nieuwe cultuurkenmerken en waarden ingebed raken in de werkwereld, dan moet je zorgen dat die waarden zich bewijzen in het handelen. Alleen als nieuwe waarden voordeel hebben in de praktijk worden ze ook praktisch geladen en relevant. Stel dat het belangrijk is dat mensen elkaar aanspreken, maar dat dat niet de gewoonte is. De waarde ‘aanspreken’ leidt nog niet onmiddellijk tot het gedrag ‘aanspreken’. Daarvoor is meer nodig. Mensen moeten merken dat aanspreken mag (en niet wordt afgestraft).
Mensen moeten leren dat conflicten helpend kunnen zijn. Mensen moeten merken dat aangesproken worden hen in staat stelt hun werk te verbeteren. Mensen moeten merken dat aanspreken de samenwerking leuker maakt en niet lastig. Dat kan alleen als je het gedrag ‘aanspreken’ uitprobeert en oefent. Pas in het handelen blijkt de meerwaarde.
Om dat te realiseren is voorbeeldgedrag en een uitgebreid leerproces nodig. Taal en tekst kunnen daar maar in geringe mate
aan bijdragen. Eerst zul je moeten ervaren wat er gebeurt als je probeert iets te doen conform de nieuwe waarden. En pas als je daar positieve effecten van ervaart, ontstaat er een koppeling tussen gedrag en die waarden. Pas dan hebben waarden praktische betekenis en zijn ze richtinggevend voor toekomstig handelen.
Werkend krijgen door ermee te werken
Er is veel uit te zoeken als de ervaringswereld moet veranderen. Je wilt de verandering begrijpen, uittesten, uitproberen en aanpassen aan hoe je werkt. Als mensen aan de slag gaan met de verandering proberen ze uit wat werkt en niet werkt. Ze gaan op zoek naar het handelen dat het best invulling geeft aan het veranderidee in hun ervaringswereld.
‘Het best’ is het pragmatische ‘best’; de toets is vooral of het echt werkt. In dat proces wordt het veranderidee aangepast aan de (on)mogelijkheden die er in de echte wereld bestaan. Als mensen aan de slag gaan met een veranderidee in de ervaringswereld werkt dat op twee manieren: het zorgt ervoor dat mensen de verandering ervarend begrijpen en dat het veranderidee wordt getest op de praktische haalbaarheid.
Bron: Onomkeerbaar
Door: Leike van Oss, Jaap van ’t Hek