‘Iedereen liep langs de paperclip op de trap.’
Waarom wil iemand eigenlijk manager worden en elke dag duizend ballen in de lucht houden? Of is het zo dat de meeste managers helemaal niet nodig zijn, de organisatie duurder maken dan nodig en tegenwerking en kinderachtig gedrag oproepen? Dat vraagt Paul Verburgt zich al jaren af. Hij was topmanager bij KPN, Content en Arbodienst en heeft eigen ideeën ontwikkeld en toegepast om werknemers zelfstandiger te laten werken. Minimal management noemt hij zijn systeem. Een elegant systeem, geen vast model, dat is gebaseerd op het ‘rotsvaste vertrouwen in de volwassenheid van medewerkers’. Voortdurende controle en toezicht is volgens Verburgt totaal overbodig omdat volwassen medewerkers met toewijding en plezier hun werk doen. Hoe kan het toch dat mensen vol motivatie aan een baan beginnen en soms al na een paar maanden uitgeblust lijken? Waar komt dat wantrouwen van managers toch vandaan? Waarom moeten alle neuzen dezelfde richting staan eigenlijk? Diversiteit is toch veel leuker! Maar managers houden niet van tegenspraak! Macht heeft een aanzuigende werking, stelt Verburgt. Als er te veel regeltjes komen krijgen de medewerkers ook de neiging om ‘omhoog te delegeren’. Het ontbreken van een gevoel van eigendom is een typisch product van een managementbeheerscultuur. Als voorbeeld noemt Verburgt de paperclip op de trap. Iedereen liep er langs, niemand raapte hem op want dat hoorde niet bij hun taak.