
Ahmed Aboutaleb weet nog goed wanneer hij zichzelf voor het eerst als leider durfde te typeren. Na de moord op Theo van Gogh sprak hij zich hartgrondig uit. ‘Het was iets wat alleen ík op dat moment kon doen.’ Zijn leiderschap als burgemeester van Rotterdam is veelvuldig geanalyseerd. Hij is een verbinder, maar geen pleaser. ‘Je moet je eigen achterban durven trotseren.’ Aboutaleb is speciale gast op het seminar Verbindend Leiderschap op 4 juni 2025.
De carrière van Ahmed Aboutaleb is bij iedereen bekend van zijn wethouderschap in Amsterdam, als staatssecretaris in Den Haag en natuurlijk zijn burgemeesterschap van Rotterdam. Daarvoor was hij actief als journalist en woordvoerder. Binnen de Sociaal Economische Raad (SER) kwam hij als begin dertiger voor het eerst in een leidinggevende functie terecht. Maar leidinggeven aan een groep mensen maakt iemand nog geen leider, daar is Aboutaleb stellig van overtuigd. Ook bij hem was toen nog geen sprake van leiderschap, zegt hij, dat ontstond pas later.
Ergens de baas zijn, dat kan je op drie manieren indelen, zegt de oud-burgemeester. ‘De eerste vorm is dat je de meerdere, de hiërarchische baas, bent van een aantal mensen die met elkaar samenwerken aan een product of dienst. De tweede is politiek leiderschap, de uitkomst van een verkiezing werpt je de macht in de schoot en kent bevoegdheden aan je toe. De derde is natuurlijk leiderschap. Neem een voetbalvereniging waarbij iedereen denkt: wat vindt Johan eigenlijk van de nieuwe plannen van het bestuur? Johan is de man die altijd actief is op de club, die geen macht heeft in de zin van bevoegdheden, maar wiens mening ertoe doet. Zo iemand heeft gezag. Het is iemand die in een groepering boven komt drijven, niet iemand die hiërarchisch de meerdere is of iemand die na een stembusuitslag de baas is.’
Mandela
Die categorieën kunnen toch ook samenvallen: de natuurlijk leider die macht en bevoegdheid verwerft?
‘Ik ben daar niet optimistisch over. Ik ben op zoek geweest naar een Europese leider die het gevolg is van een stembusuitslag en die tegelijk een natuurlijk leider is. Heb ik niet gevonden, al moet ik wel zeggen dat ik in de asielcrisis na het uitbreken van de oorlog in Syrië grote bewondering had voor Angela Merkel. De laatste natuurlijk leider die ik bewust heb bewonderd is Nelson Mandela. Hij verliet Robbeneiland en ook al was hij toen nog geen president, iedereen zag dat hij een imposante leider was. Een leider die zijn volk trotseerde, want de zwarte Afrikanen wilden maar één ding: vergelding. En Mandela besloot dat niet te doen. Wauw. Dan ben je gemarteld, bespuugd en uitgehongerd, en dan trotseer je een hele natie door te zeggen dat je het niet gaat doen, dat je voor verzoening in plaats van vergelding kiest. Je eigen mensen trotseren, een afslag nemen die ze niet verwachten, dat is leiderschap. Dat is gezag.’
Naast Mandela bent u ook een bewonderaar van Gandhi. De lat ligt wel erg hoog…
‘Mijn wiskundeleraar zei vroeger: in de extremen in de wiskunde ontdek je de eenvoud. Gandhi wilde macht delen. Dat is iets groots, maar tegelijk een heel eenvoudig principe waar je een heel eind mee komt. Hoe anders is de huidige praktijk. Ik hoorde meneer Wilders zeggen bij de vorming van het huidige kabinet: we gaan hard onderhandelen. Wat zielig, denk ik dan. Waarom hard? Waarom niet zacht? Macht krijgen na een verkiezingsuitslag maakt je nog geen leider, dat is wel duidelijk.’
Vergeleken bij Mandela en Gandhi vindt Aboutaleb zichzelf ‘een kleintje’ maar hij weet nog goed wanneer hij voor het eerst in de buurt van leiderschap kwam. ‘Toen ik wethouder was in Amsterdam werd Theo van Gogh vermoord. Ik was de jongste van het college onder leiding van Job Cohen. De hele stad trilde op zijn grondvesten. En ik voelde een verantwoordelijkheid in mij om iets te doen. Misschien ben ik nu degene die verschil kan maken, dát gevoel. Cohen gaf mij groen licht. Ik heb toen een speech geschreven en daarmee is mijn carrière eigenlijk begonnen. Als dit niet het land is waar je wilt wonen, dan kun je je koffers pakken en dan kun je vertrekken; dat heb ik gezegd. Ik wist wat ik deed. Ik trotseerde mijn eigen mensen, die hele massa moslims tegenover mij. Op dat moment realiseerde ik het mij niet maar achteraf heb ik gedacht; dat heb ik van Mandela geleerd.’
Tegengif
Toenmalig koningin Beatrix ging na de moord naar een Marokkaans jeugdcentrum, juist om de boel bij elkaar te houden.
‘Zij was een wit staatshoofd en ik een wethouder van Marokkaanse komaf. Precies daarom kon alleen ik die harde uitspraak doen. Het betekent ook dat leiderschap heel persoonlijk geladen is, er is niet één aanpak die voor iedereen werkt. Met mijn uitspraak diende ik een dosis tegengif aan Nederland toe, aan alle mensen die last hadden van de moord op Van Gogh en die angstig waren. Later als burgemeester van Rotterdam heb ik ook zo’n moment gehad rondom Charlie Hebdo. Ook toen realiseerde ik mij dat ik de moslims in Nederland trotseerde. Het is mij enorm kwalijk genomen dat ik toen “rot toch op” heb gezegd.’
Dat trotseren van zo’n groep en het zeggen van harde woorden, hoe verhoudt zich dat tot verbindend leiderschap?
‘Ik heb het niet bij die speech gelaten. Ik heb daarna tien bijeenkomsten in Rotterdam georganiseerd en steeds maar weer uitgelegd wat ik bedoelde. Dat ik “rot op” heb gezegd tegen terroristen, niet tegen alle Marokkanen. Op één avond heb ik drie uur moeten discussiëren met een 21-jarige Marokkaanse jongen, maar de verbinding was wel gelegd. Verbinding betekent niet dat je iedereen ter wille hoeft te zijn. Het houdt voor mij in dat je je kwetsbaar opstelt en tegen anderen zegt: we hebben elkaar nodig, laten we proberen elkaar te begrijpen. Ik ben daarbij niet bang om heel duidelijk te zijn. “Hij is altijd duidelijk, soms hard”; zo omschreef weekblad Elsevier mij toen ze me uitriepen tot Nederlander van het jaar 2014. Dat klopt wel. Ik ben soms hard, maar ik ben altijd bereid om het uit te leggen, om het gesprek te voeren.’
Wat is het in uw persoonlijkheid dat u die eigen koers vaart?
‘Het heeft denk ik te maken met niet bang zijn. Met durf. Als je wordt geregeerd door angst, dan moet je je afvragen of je leiderschapskwaliteiten bezit. Als je steeds bang bent dat je achterban je gaat afvallen, dan werkt het niet. Een leider is autonoom en staat daarboven.’
Inclusie
U spreekt vaak over de wij-samenleving. Ook in veel organisaties is inclusie een belangrijk onderwerp. Wat betekent dat volgens u?
‘Het betekent ruimte voor de ander maken. Meer is het niet. Een voorbeeld: mijn vader lag in de laatste fase van zijn leven in het ziekenhuis. Mijn zusjes wilden bij hem zitten en slapen en hem verzorgen. Het ziekenhuis accepteerde die betrokkenheid en maakte er ruimte voor. Zij respecteerden onze gebruiken om iemand te begeleiden richting de dood. Dat vond ik mooi, dat is voor mij inclusie.’
Betekent het ook dat iedereen evenveel ruimte moet hebben?
‘In principe wel. Uw ruimte is niet mooier en belangrijker dan de mijne.’
Tegelijk vindt u dat je als minderheid soms een andere positie inneemt in de samenleving, waardoor moslims zich bijvoorbeeld actief moeten uitspreken na een aanslag.
‘Ja, maar dat is wel iets anders. Op dat moment is er een crisis en wanneer jij dan als moslim over tegengif beschikt, dan vind ik dat je dat moet toedienen. Bied je landgenoten en je stadsgenoten het comfort van: wij zijn allemaal samen verdrietig. Witte mensen kunnen dat op hun beurt ook doen. Je ziet dat in discussies over asielprocedures. Wanneer een leerling uit groep zeven dreigt te worden uitgezet, dan komen witte ouders in opstand en schrijven ze brieven aan de koning. Dat is óók solidariteit en dat kunnen in die situatie alleen witte mensen doen, alleen zij hebben dan het medicijn.’
Verbindend leiderschap
U bent op 4 juni speciale gast op het seminar Verbindend Leiderschap. Is het soort leiderschap dat u beschrijft te leren?
‘Als mensen geïnspireerd zijn door mijn verhaal, dan moeten zij het zelf vertalen naar hun eigen situatie en hun eigen organisatie. Er zijn altijd parallellen te trekken. Als je besluiten moet nemen, en dat moet in elke organisatie, dan heb je te maken met wetten en regels, maar je hebt ook je eigen kompas, je eigen koers. Ik heb bijvoorbeeld in Rotterdam toegestaan dat inwoners mondeling bezwaar mogen maken tegen een besluit van de gemeente. Voor laaggeletterde mensen is schriftelijk bezwaar maken heel moeilijk. Dan kun je je verschuilen achter regels, maar je kunt ook het goede doen. Ik noem dat gewetensvol handelen. En dat betekent voor ons allemaal iets anders.’
Het seminar bijwonen?
Er bij zijn op woensdag 4 juni en in het Afas Theater in Leusden? Luisteren naar hoogleraar leiderschap Gabriël Anthonio, oud-burgemeester Ahmed Aboutaleb en gespreksleider Inge Diepman? Kijk op www.seminarverbindendleiderschap.nl
Door: Jannie Benedictus