Dat de baan voor het leven niet meer bestaat, weten we nu wel. Maar dat werknemers als gevolg van de alom gehanteerde duurzame-inzetbaarheidsnorm vaak worden opgeleid voor werk bij een volgende werkgever wordt nog lang niet in alle organisaties geaccepteerd. En over de vraag wie er het meeste behoefte heeft aan bijscholing mag ook wel wat beter worden nagedacht.
Waar vroeger het opleidings- en trainingsbeleid van bedrijven de werknemers up-to-date moest houden voor het werk in de eigen organisatie, is scholing nu bedoeld om de interne én externe inzetbaarheid op peil te houden. Dus gaat een substantieel deel van het opleidingsbudget naar scholing van boventallige werknemers die zullen uitstromen naar andere bedrijven – lees: concurrenten. Voor veel werkgevers is dat wel even slikken, bij sommigen is het al heel normaal. Zoals verzekeraar Achmea, waar volgens manager P&O Robert Boulogne de volgende arbeidsmarktpropositie wordt gehanteerd: ‘Kom bij ons werken, wij vergroten je vakmanschap en versterken daarmee je positie op de arbeidsmarkt'. Dat dit betekent dat medewerkers – ook degenen die Achmea liever niet kwijtraakt – door hun opleiding gemakkelijker vertrekken, neemt het bedrijf voor lief. Boulogne: ‘Wij geloven dat een flinke mate van interne en externe mobiliteit wenselijk is'.Onbeperkt budget
De meeste bedrijven denken überhaupt nog te weinig na over de arbeidsmarktpositie van de medewerkers, vindt Daphne van den Broek van adviesbureau Right Management. Werkgevers beginnen pas als er een sociaal plan moet worden opgesteld met het inventariseren van de opleidingsbehoefte van de werknemers die zullen vertrekken. En vaak zijn de hogere functies daarbij sowieso in het voordeel. ‘Wat je vaak ziet is dat medewerkers op executive niveau onbeperkt budget krijgen, terwijl mensen op uitvoerend niveau drie maandsalarissen meekrijgen. Het criterium zou moeten zijn welke afstand iemand heeft tot de arbeidsmarkt. Sommige mensen moeten overnieuw beginnen.'
Bron: Nicole Weidema in: PW de Gids.nl, april 2013.
Boekentip: Noodzakelijke kennis. Hoe professionals dagelijks bijdragen aan de strategie.