Een leider kan het beste uit de mensen halen, of hij kan een slecht werkklimaat creëren. Dit kan met de mentale gesteldheid van de leider te maken hebben.
Het komt nogal eens voor dat leiders last hebben van persoonlijkheidsstoornissen. Het behandelen van sociopaten en psychopaten blijkt het lastigst, aangezien ze altijd zullen proberen te zeggen wat een coach van ze wil horen. Onder leidinggevenden komt pathologisch narcisme het meeste voor. Zij vragen veel aandacht, zijn egoïstisch en jagen macht na. Hun zelfverzekerdheid blijkt vaak voort te komen uit een gevoel van falen en incompetentie in hun jeugd. Zonder waanideeën te bevestigen, is het goed de leider meer zelfvertrouwen te geven. Bij iemand die manisch depressief is, is het juist wel verstandig hem te confronteren met zijn acties. Zo kan een nieuwe werkstructuur gevonden worden. Passief agressieve leiders komen vaak uit families waarin emoties niet geuit mochten worden. Vaak hebben ze niet door dat ze lastig zijn. Ze moeten leren hun irritaties in woorden uit te drukken, in plaats van mensen en situaties te vermijden. Er zijn ook leiders die helemaal geen emotionele connectie kunnen maken. Voor hen is het waardevol te leren hun emoties te herkennen. Bron: ProfNews, gebaseerd op Harvard Business Review.