Beste Leike, Herken je dat? Dat je opeens in een woord hoort waar het vandaan komt en er zo een betekenislaagje bijkomt?
Ik had dat laatst bij het door ons veelgebruikte woord ‘ontwikkelen’. Zo vaak gebruikt dat het vaak sleets iets betekent als vooruitgang, groei of zoiets. Maar als je goed naar het woord kijkt is ontwikkelen ook zoiets als afwikkelen, de wikkel er vanaf halen. Zoals je een mummie ontdoet van de lappen die eromheen zitten of zoals je een sinterklaassurprise ontdoet van de hindernissen om bij de inhoud te komen. Dat roept de vraag op waar die wikkels dan vandaan komen. Wat maakt het ingewikkeld? Kwesties die ingewikkeld zijn hebben vaak meerdere lagen, zijn eerder veelduidig dan eenduidig. Kennen vele kanten. Dat kunnen we goed in organisaties, dingen ingewikkeld maken. Een veelheid van geschiedenissen, belangen en bedoelingen pogen onder te brengen in constructen die vervolgens een zodanig eigen leven leiden dat ze ongrijpbaar worden. Soms maken we de zaken zo ingewikkeld dat we echt niet meer snappen hoe het zit en dan krijgen we de kinderlijke behoefte aan een gewelddadige ingreep. De knoop van ingewikkeldheid moet maar worden ‘doorgehakt’. Het voordeel aan het doorhakken van knopen is dat het symptoom voor even verdwenen is. Het lucht op en geeft weer even ruimte. En dat is natuurlijk direct ook het nadeel; we waren niet in staat de knoop de ontwarren, we konden geen analyse maken van de belemmering. Maar we konden hem ook niet ontwikkelen: stap voor stap werken aan de ontknoping van de ingewikkeldheid. Dat is wel het gekke van onze taal, dat er in alledaagse woordjes zoveel betekenis besloten kan liggen als je nauwkeurig luistert. Dat ontwikkelen een mooie manier is om ingewikkeldheden tot ontknoping te laten leiden en dat het ontwarren van knopen leidt tot heel andere effecten dan het doorhakken ervan. Trager, maar misschien wel duurzamer. Ik ben de laatste tijd wat meer gespitst geworden op gewelddadige taal in ons vakgebied. Wat daarin verstopt zit. We weten natuurlijk dat veel woorden uit het strategische vocabulaire uit de oorlogsvoeringstheorie komt. Strategie, tactiek en operatie, maar ook divisies, kwartiermakers en vooruitgeschoven posten. Soms worden ingewikkelde veranderprocessen ingericht als een ‘militaire operatie’.
Een van de woorden waar ik de laatste tijd op haak is: doorbreken. Dat moet dan vooral bij gewoonten en culturen (die natuurlijk een soort collectieve gewoonten vormen). Soms vinden we dat die gewoonten of culturen niet langer gepast zijn en dat ze anders moeten, dan moeten ze worden doorbroken. En vaak is het iemand van buiten die dat moet doorbreken; hij moet ervoor zorgen dat de gewoonte stopt. Ik vraag me dan weleens af hoe dat gaat, dat zorgen dat anderen stoppen met ingesleten, vertrouwd en succesvol gedrag. Bij doorbreken zie ik allerlei duw- en trekwerk voor me, onbegrip, machteloos gedoe, ruzie.
Daarom gebruik ik zelf steeds vaker het woord ‘ontregelen’. Kunnen we proberen oude gewoonten of ineffectieve cultuurelementen te ontregelen? Verwarring toevoegen die vraagt om een nieuw antwoord? Een klein duwtje ergens geven waardoor het systeem naar een ander evenwicht gaat zoeken? Een simpele vraag stellen waardoor er een balletje gaat rollen? Ik weet het ook niet precies, maar ontregelen lijkt me een stuk respectvoller en dan doorbreken. Zo ontwikkel en ontwar je door de ontregelen.
Groet, Jaap
Leike van Oss en Jaap van ’t Hek schreven samen veel boeken over verandermanagement en veranderkunde. Daarnaast schrijven ze elkaar brieven. Meer vind je op hun boekenwebsite >>>