Beste Leike, Ik ben net terug uit Bretagne. Een plek die ik altijd vermeed omdat het weer er doorgaans lijkt op dat van zijn grote broer aan de andere kant van Het Kanaal. Maar nu dus hier met al een week heerlijk zonnig weer en dan is het hier echt verschrikkkkelijk mooi!
In de euforie van de schoonheid van het landschap, de hartelijkheid van de mensen en de kwaliteit van eten en drinken besloot ik het weer eens te proberen: oesters. Ze zijn hier vrijwel gratis en dagvers tegelijk en ze staan overal op de kaart. Dus laten we het maar weer eens proberen. En wat bleek? Heel goed binnen te houden, zelfs wel een soort van lekker. Moesten we vaker doen. Je weet Leike, dat ik niet van oesters ben. Dat ik altijd een wat ambigue verhouding tot deze parelmaker had. Mensen die oesters eten zijn levensgenieters, die houden van exotisch, duur, ongewoon rauw, oerig eten. Ik keek er altijd tegenop. Ik vond het stoer hoe ze een klein godsvermogen neertelden voor een snotterig halfdood ongewerveld beestje in een hap zeewater. En dan een glas champagne en de hele savoir vivre erbij. Oesters eten heeft snobappeal. En eerlijk is eerlijk, dat laat me niet onberoerd. Hield ik ook maar van oesters. In de termen die we gebruikten in Onomkeerbaar behoorde het eten van oesters voor mij in de wenselijke wereld. Ik had er ideeën bij, het sprak met wel aan, cognitief dik voor mekaar, maar iets weerhield me.Smaak van vroeger
Vandaag zag ik in het Bretonse restaurant iemand die niet alleen een oester uit de schelp pullekte, maar die ook de oester aan zijn mond zette en het zeewater gulzig opdronk. Zoals het hoort. En toen begreep ik opeens hoe het me nauwelijks om dat glibberige beestje gaat, maar om de smaak van vroeger, de smaak van puur zeewater. Als kind bracht ik vele zomers door met mijn ouders in Zandvoort. Wekenlang op het strand. Weer of geen weer. Zandkastelen bouwen, vliegeren, voetballen, klieren en ook heel veel in zee. Zwemmen, ballen, in de golven duiken en als het mee zat de badmeester helpen met het redden van drenkelingen. Net zo makkelijk. Hectoliters zeewater zijn mijn maag gepasseerd. De zoute smaak (literair vind ik zilte smaak eigenlijk mooier klinken) was altijd verbonden met een vergissing. Ademhalen als er net een golf voorbijkomt, onder water zwemmend opeens een tomeloze behoefte aan lucht krijgen of de crawlslag oefenend zonder veel talent. Ziehier mijn ervaringswereld: zeewater proeven is falen. Dat heb ik nooit zo verwoord, nooit eerder taal voor gevonden, maar vooral die ervaring met al mijn zintuigen was en is diep doorleefd.
Dus je snapt wat er later in mijn leven gebeurde. Het eten van oesters (sexy!) en de smaak van zeewater (mislukking!) streden met elkaar en ik besloot daarom dat ik gewoon niet zo van oesters hield.
Tot ik dus deze week oesters bestelde in een heel vergevingsgezinde en stimulerende omgeving het zeewater bewust proefde en het snotterige beestje opat, creëerde ik een nieuwe ervaring, namelijk dat oesters -met enige fantasie- best lekker zijn, eerlijk gezegd. Ik nam de drempel zonder druk op mijn eigen moment in een heerlijke omgeving, een stukje wenselijke wereld vond zijn weg in mijn werkelijke wereld.
Zo behulpzaam kan een veilig leerklimaat blijkbaar zijn.
Groet, Jaap
Leike van Oss en Jaap van ’t Hek schreven samen veel boeken over verandermanagement en veranderkunde. Daarnaast schrijven ze elkaar brieven. Meer vind je op hun boekenwebsite >>>