Nog niet zo lang geleden werd aangenomen dat ons brein behoorlijk statisch is.
Dat wil zeggen: dat bij je geboorte al bepaald was hoe het zich zou ontwikkelen, en hoe intelligent je zou kunnen worden. Maar neurowetenschappers ontdekten dat ook volwassen hersenen zich nog aanpassen onder invloed van wat je meemaakt. Verandering, leren, nieuwe prikkels: het verandert de structuur van je brein en helpt je hersenen zich te vernieuwen. En dat kan je slimmer maken. Pas sinds kort weten we dat dit vernieuwingsproces zich ook op celniveau afspeelt. ‘Neurogenese’ heet het, dat vermogen van onze hersenen – dus ook van het volwassen brein – om nieuwe hersencellen aan te maken. En het is een van de meest baanbrekende ontdekkingen in de neurowetenschap ooit. Er komen gemiddeld ongeveer 700 hersencellen (neuronen) per dag bij. Op ons vijftigste zijn alle neuronen waarmee we geboren zijn verwisseld voor neuronen die we hebben aangemaakt tijdens ons volwassen leven.