Mpho Tutu verwerpt de mythe dat vrouwen elkaar niet steunen. Ze richtte samen met haar echtgenote een mentoring netwerk op: #IToo. Zodat vrouwen de deur voor elkaar open kunnen houden. In gesprek met de dochter van Desmond en Leah Tutu over de Ubuntu-filosofie, de quotumdiscussie (ze is vóór!) en dagelijks impact hebben.
Mpho Tutu van Furth is een van de sprekers tijdens het jaarcongres Vrouwen met Impact op 10 december in Arnhem. Persoonlijk leiderschap staat er centraal. Wie beschouwt zij zélf, in haar eigen leven, als vrouwen met impact? “My mother of course”, klinkt het meteen aan de telefoon vanuit haar woning in Amstelveen die ze deelt met haar Nederlandse echtgenote en (stief)kinderen. “Mijn moeder handelde vanuit haar hart en streed voor menselijkheid. Zij heeft ervoor gezorgd dat er een vakbond kwam voor huishoudelijk personeel in Zuid-Afrika. Deze zwarte vrouwen werden tot op dat moment niet behandeld als echte werknemers en niet beschermd. Tot op de dag van vandaag doen die vakbonden goed werk, dat is de impact van mijn moeder. Een tweede vrouw is milieuactiviste Wangari Maathai. Een bioloog en ecoloog die een beweging startte tegen de ontbossing in Kenia en dat heel praktisch deed door te beginnen met het planten van een aantal bomen. Wat mij inspireert is dat deze vrouwen iets zagen waar ze in geloofden, en echt iets deden.” En u? Bent u een vrouw met impact? “Dat is zo moeilijk om te zeggen over jezelf, maar als ik een stapje terugdoe, dan is het antwoord ja. Weet je, impact hebben hoeft niet groots en meeslepend te zijn. Ik denk dat elke vrouw, elke persoon, de potentie heeft om impact te creëren. Zie je iets wat verkeerd is? Grijp in! Zie je iets wat goed is? Steun het! Die keuze heeft iedereen. Elke dag opnieuw.” Steunt u een dwingend quotum om meer vrouwen in de Nederlandse boardrooms te krijgen? Zelfs als daarvoor mannen moeten worden ontslagen.” Onderkoeld: “Het is een begin.” Vervolgt: “Soms moet je forceren om verandering te bereiken. Wanneer je niks verandert dan krijg je wat je altijd kreeg. Dan wordt er in dezelfde netwerken gezocht als altijd, dan worden dezelfde vragen gesteld als altijd. En dan die angst dat die arme mannen tekort wordt gedaan, zij hebben geen aanspraak, geen récht op die banen. Wanneer je dit als organisatie nog steeds niet op orde hebt, dan vind ik het een goede zaak dat er wordt ingegrepen.” Toch zijn heel veel vrouwen tegen, ze vinden dat je het op eigen kracht moet kunnen doen. “Kijk naar alle besturen van beursgenoteerde bedrijven en vertel me waar eigen kracht ons gebracht heeft. How is this own strength working for you? Show me. “Ik ben echt perplex hoe weinig progressief de houding richting Nederlandse vrouwen is. Kijk, ik ben zwart, dat wist je misschien. Als ik ergens ben met mijn echtgenote, dan is er vaak niemand die op mij lijkt. En dan zegt mijn echtgenote: je hebt gelijk, maar het zou me eerder niet zijn opgevallen. Datzelfde geldt voor bedrijven hier in Nederland: er zijn geen of weinig vrouwen aan de top, dat zijn we zo gewend, we zeilen daar een beetje omheen. Als vrouw moet je je bij een organisatie afvragen: waarom zit er niemand in de board die op mij lijkt?” En er wordt vaak gezegd dat Nederlandse vrouwen zelf niet willen. Ze willen tijd voor hun gezin. “Come on! Please! Dat willen mannen toch ook? Ik kan dit niet begrijpen. Er is niets dat je tegenhoudt om vrije tijd, gezin, en een interessante baan te combineren. Mijn vrouw is hoogleraar. Ze werkt maniakaal hard, maar gaat ook op vakantie en heeft tijd voor haar gezin.” Wilt u met de #IToo-beweging vrouwen meer van dat soort voorbeelden geven? “Ja, dat ook. Maar wij zijn #IToo vooral gestart omdat we weten dat mannen elkaar veel meer helpen. Ze nemen een nieuwe mannelijke collega mee voor een biertje, gaan golfen of zeilen. Zo krijgt hij een netwerk en kansen. Vrouwen worden niet expres van die netwerken buitengesloten, maar ze worden wel buitengesloten. Vrouwen moeten elkaar gaan helpen. Ik geloof niet in het queen bee-syndroom dat vrouwen aan de top geen seksegenoot naast zich dulden. Dat is een soort mythe. De meerderheid denkt er anders over.” De beweging #IToo, een initiatief van Mpho en haar echtgenote, hoogleraar kindergeneeskunde Marceline van Furth, moet uitmonden in een online platform waar mentoren en mentees elkaar kunnen vinden. Op die manier moeten vrouwen elkaar verder helpen: de deur openhouden en andere vrouwen er doorheen trekken. Het platform is nog niet in de lucht, zegt Mpho, er zitten nog wat bugs in.
Mogen mannen zich ook aanmelden als mentor?
“Niet op dit platform. Dit is women only.” Fijntjes: “Maar ik houd mannen niet tegen om binnen universiteiten en bedrijven als mentor te fungeren en de deur open te houden voor vrouwen.”
U spreekt op 10 december ook over de Afrikaanse Ubuntu-filosofie die er van uit gaat dat we allemaal met elkaar zijn verbonden. Kunt u die eens loslaten op deze man-vrouw discussie?
“Ubuntu betekent dat alles samenhangt; we zijn allemaal van elkaar afhankelijk en niet in competitie. Als ik mijn beste leven kan leiden, dan kan ik jou helpen om jouw beste leven te leiden. Het is niet zo dat ik win of dat jij wint. We winnen pas echt wanneer wij winnen. En dat geldt ook voor de thema’s in dit gesprek. Mannen krijgen een rijker leven wanneer ze ook meer met hun kinderen kunnen doen. Vrouwen krijgen een rijker leven wanneer ze een baan hebben die bij hun intellect en potentie past. Bedrijven worden beter van een diverser bestuur. Het is goed voor iedereen, in the end.”
Mpho Tutu van Furth is Anglicaans priester, spreker, schrijver, theoloog, kunstenares, moeder en jongste dochter van de wereldberoemde Zuid-Afrikaanse aartsbisschop en mensenrechtenactivist Desmond Tutu en zijn echtgenote, Leah. Ze is in 2015 getrouwd met Nederlandse hoogleraar kindergeneeskunde Marceline van Furth. Nadat ze in Nederland trouwden dwong de Zuid-Afrikaanse kerk haar haar priesterschap neer te leggen. Alsnog gaf haar vader, die al langer streed voor rechten van homoseksuelen, zijn vaderlijke zege over het huwelijk in Zuid-Afrika. Mpho Tutu van Furth maakt zich sterk om jonge vrouwen te helpen tot bloei te komen.
Door: Jannie Benedictus