Goed leiderschap kan niet zonder moed, de vierde van de klassieke kernwaarden. Moedige mensen zijn mensen die het in zich hebben om iets goeds te doen wat een persoonlijk risico met zich meebrengt. Moed is echter ook het midden tussen onbesuisd gedrag en lafheid. Zonder moed komt de mensheid, komen jij en ik niet verder. Er zijn moedige creatieve mensen nodig, om-denkers en anders-doeners die geen genoegen nemen met de bestaande situatie. Het zijn mensen die streven naar het goede en niet bang zijn om zichzelf in naam daarvan in de waagschaal te stellen.
Moed manifesteert zich ook om het kwade af te wenden: een brand blussen, een drenkeling redden of iemand voor de tram wegrukken. Moedige mensen voelen onveilige situaties tijdig aankomen en kunnen ze goed inschatten. Ook deze waarde staat dus niet los van andere kernwaarden, zoals matigheid en wijsheid.
Er is een groeiende behoefte aan meer initiatief, initiatief van mensen zelf. Mensen in hun rol als naasten en medeburgers
kunnen krachtige beïnvloeders worden als ze meer leiderschap gaan tonen. Daarvoor is moed nodig. Moed om te doen wat moet gebeuren. Om ‘the voice of an angel’ te zijn of om je door die stem te laten inspireren.
Als je veilig op pad wilt gaan, is het fijn als er moedige mensen in de buurt zijn. Meestal is snel duidelijk wie er echt moedig is. Moedige mensen worden aangesproken als er iets spannends te doen is. Moed is een van de meest zichtbare en concrete kernwaarden van goed leiderschap. Moedige leiders verdienen en krijgen dan ook veel respect!
Leiderschap en moed
Moedige mensen zijn mensen die luisteren naar hun innerlijke, morele kompas. Hierbij staan niet zijzelf, maar kernwaarden zoals rechtvaardigheid of liefde centraal. Ze hebben de moed daarvoor op te komen in woord en daad. Ze nemen de volle verantwoordelijkheid voor wat ze denken, voelen en doen. Mensen die uitblinken in moed beschikken over een evenwichtige grondhouding. Hun denken gaat snel en is doelgericht, ze hebben hun emoties voldoende onder controle en beschikken over intellectuele en sociale vaardigheden en een goede lichaamsbeheersing. Ze zijn misschien wel bang, maar vallen niet met hun angst samen. Ze aarzelen en schatten de situatie in, maar worden niet door risicovermijding gedreven.
Ze vinden de taak die voor hen ligt misschien niet makkelijk, maar zetten al hun vaardigheden in om hem te volbrengen. Stress, spanning, het idee van een mogelijke mislukking en mogelijke oordelen van toeschouwers achteraf weerhouden hen niet van handelen. Ze worden door iets sterkers gedreven en zijn moedig in alle omstandigheden. Ook als het uiterste van hen gevraagd wordt.
Het begrip ‘moed’ is in onze taal, zoals bij meer kernwaarden het geval is, steeds minder in gebruik. Misschien is het deels vervangen door ‘lef’, dat voor mij wat oppervlakkiger klinkt dan moed. Moed komt naar mijn idee meer van binnen uit. We houden het hier dus bij moed, een nastrevenswaardig ideaal.
Bron: De vorstenspiegel
Door: Gabriël Anthonio