De aanwezigheid van vier generaties kan leiden tot spanningen op de werkvloer, maar ook tot vernieuwing. Intelligente managers spelen in op onderlinge verschillen en benutten die.
Tegenover elkaar
A+O Fonds Gemeenten waarschuwde vorig jaar voor een tweedeling in organisaties. Zonder vers bloed of doorstroming komen oudere (vooral mannelijke) medewerkers met lange dienstverbanden tegenover nieuw ingestroomde jongere medewerkers met tijdelijke dienstverbanden te staan, aldus de A+O Personeelsmotor 2011.
Geen kloof
Van een echte kloof is volgens Bert de Haas, secretaris dagelijks bestuur van dit sectorfonds en tevens cao-onderhandelaar voor AbvaKabo, (nog) geen sprake. ‘Wel bespeur ik spanning tussen jong en oud. Terwijl dat eigenlijk niet zou hoeven’. De frictie komt volgens hem minder voort uit werkgelegenheidsaspecten dan uit verschillen: krimpende formaties, langer doorwerken, geen externe vacatures, nauwelijks nieuwe instroom.
Trekkende schoorsteen
‘Jongeren zeggen: die senioren houden alle plaatsen bezet en dwarsbomen vernieuwing. Helemaal ongelijk hebben ze niet. De schoorsteen weer trekkend krijgen is de grootste uitdaging waar we de komende jaren voor staan. Maar niet door een versnelde uittocht van ouderen. Dat leidt tot een braindrain, waardoor kennis en ervaring verloren gaan.’
De interactie tussen verschillende generaties bepaalt volgens hem mede de kwaliteit van organisatieontwikkeling. Daarom moeten gemeenten volgens hem alles in het werk stellen om jongeren boven de sterkte aan te nemen. Dat ondervangt structurele tekorten op het moment dat de grote uittocht van babyboomers doorzet.
Vinken zetten
Topdown, poldervergaderingen, vinken zetten, parafencultuur, verzuring: de Generatie Y moet er niks van hebben. Versnellen, experimenteren, kennis delen, feedback, dat is waar jongeren behoefte aan hebben. Volgens organisatiepsycholoog en generatiespecialist Aart Bontekoning willen veel oude rotten (geboren 1940-1955) graag bijdragen aan wat hij noemt ‘het updaten van de bedrijfsintelligentie’. ‘Gedrag dat voor deze vitale ouderen kenmerkend was – vaag discussiëren, eindeloos polderen – hebben zij in hun nieuwe levensfase losgelaten.’
Rijke ervaring
Volgens Bontekoning ergeren oudgedienden zich vaak aan dezelfde zaken als nieuwkomers. ‘Wat steekt, is dat hun rijke ervaring onvoldoende benut wordt. De managers hebben daar geen oog voor, beweren ze.’ Het opmerkelijke, volgens de psycholoog: ‘Juist tussen de junioren en deze vitale ouderen klikt het, méér dan met de tussenliggende generaties’.
Beluister de podcast: Het generatie-effect
Bron: Yvonne Jansen, Binnenlands Bestuur.