De zzp’ers, interimmers, uitzendkrachten en payrollers rukken op. Een op de drie Nederlanders heeft al geen vast contract meer. De manager krijgt de aansturing van al deze flexibele mensen op zijn bord.
Ook personele problemen met de flexibele krachten hoort tot zijn taak wat vooral lastig is als hij formeel geen gezagsrelatie heeft zoals bij zzp’ers. Toch zal hij ervoor moeten zorgen dat ook deze mensen zich betrokken voelen bij de organisatie. Zeker in projectorganisaties, die steeds meer gemeengoed worden, spelen dit soort zaken.
Ton Wilthagen, hoogleraar arbeidsverhoudingen aan de Universiteit van Tilburg, verwacht dat de flexibilisering alleen maar zal toenemen. Hij wijst erop dat de baan in loondienst rond 1900 ontstond door de industrialisatie. Het was niet lonend om arbeiders per klus in te schakelen. Maar nu is ons land geëvolueerd tot dienstenland en daar horen andere arbeidsrelaties bij. Er wordt steeds vaker gewerkt in netwerken en projecten.
Near employees
Nederland kent het hoogste aantal uitzendkrachten van de hele wereld: tien procent van de totale arbeidsmarkt. De zzp’ers, zelfstandigen die zich tijdelijk laten inhuren voor diverse klussen, maken inmiddels een even groot deel van de arbeidsmarkt uit. Belangenorganisatie ZZP Nederland verwacht dat er dit jaar weer 100.000 bij komen.
Ook het fenomeen payrolling groeit: dit jaar 150.000 mensen, in 2012 naar verwachting 180.000. Bij payrolling staat het personeel op de loonlijst bij het payrollbedrijf dat de risico’s en administratieve lasten voor inhurende bedrijven overneemt. Daarnaast zijn er nog vele gedetacheerden en interimmers. Deze externen die vaak langere tijd aan een organisatie zijn gebonden, worden ‘near employees’ genoemd.
Andere leiderschapsstijl
Voor managers vormen al deze externen een uitdaging die een andere leiderschapsstijl vergt. Het gaat steeds minder om inhoudelijke kennis en steeds meer om het tot stand brengen van verbindingen. De manager wordt regisseur. Willem Schepers, universitair docent strategisch HRM aan de Erasmus Universiteit, adviseert zelfs ‘alle traditionele ideeën over goed management los te laten.’
Hij raadt aan eerst het kernteam in kaart te brengen: de dragers van cruciale kennis en kunde. "Die moet je koesteren. De rest zijn werkbijen, die zou je ook kunnen inhuren." Die werkbijen moeten managers wel betrekken bij de organisatie, bijvoorbeeld door middel van een LinkedIn-groep voor de flexwerkers. Scheepers’ belangrijkste advies is het traditionele beeld van een goede manager op de kop te zetten: "Het traditionele uitgangspunt is: hoe meer vast personeel, hoe beter en belangrijker jij als manager bent. In organisaties met een flexibele schil zou dat best eens andersom kunnen zijn."
(Bron: mt.nl)