De illusie van luisteren: waarom we onszelf overschatten
Luisteren is een van de meest onderschatte vaardigheden van de mens, schrijf ik in mijn boek Superluisteren. We denken dat we het kunnen, maar daarmee overschatten we onszelf schromelijk. Luisteren is voor de meeste mensen nu eenmaal een worsteling. En we hebben het vaak niet eens door. Bij luisteren gaat het er namelijk om onze gedachten volledig vrij te laten en ons open te stellen voor dat wat de ander zegt en voelt. Eigen vooroordelen, ergernissen, ambities, wensen, angsten zetten we aan de kant. Het enige wat we doen is luisteren. Eventueel kunnen we een vraag stellen om meer te weten te komen of parafraseren we wat we horen, maar dit gaat bij de goede luisteraar altijd zonder oordeel. Dat ‘zonder oordeel’ is zoals gezegd voor de meeste mensen vrijwel onmogelijk.
Het lijkt eenvoudig, je doet immers meer niet dan wel, maar in het niets invullen of zeggen zit juist de moeilijkheid. We doen vaker het tegenovergestelde: antwoorden en meningen geven waarin onze vooronderstelling en onze verwachtingen verpakt zitten. Neem deze zin: ‘Vind je dit gesprek soms lastig?’ Dat is een knaller van een oordeel, een vooroordeel misschien ook wel. Door de aanname, ‘lastig’, kan de ander zich afvragen of zij iets niet goed doet. ‘Ik vind het helemaal niet lastig.’ Terwijl de vraagsteller het misschien goed heeft bedoeld en juist wilde helpen. Je voelt het al: voor we het weten zijn we verwikkeld in onze eigen gedachten, horen we de ander niet meer en vergaren we ook geen nieuwe inzichten meer. De vraag had ook neutraal kunnen worden gesteld, zoals: ‘Hoe vind je dit gesprek gaan?’ Dat breekt het gesprek open.
Van oordelen naar openstellen
Wat ook vaak gebeurt, is dat we verbindingen leggen tussen dat wat de ander zegt en onze eigen ervaringen. Dan leiden onze gedachten ons niet alleen af, maar spreken we ze ook uit, omdat we liever vertellen dan luisteren. Denk maar aan gesprekken die we hebben op verjaardagen. Sommige gasten, vrienden van vrienden bijvoorbeeld, komen we alleen op die ene verjaardag tegen, zodat we dat moment aangrijpen om te vertellen wat we tegenwoordig doen, hoe goed de kinderen het op school doen of wat het afgelopen jaar tegenzat. We zenden en pitchen letterlijk ons verhaal, over en weer. De Amerikaanse socioloog Charles Derber noemt dit de shift response: vragen worden er niet gesteld. We herkennen vooral wat de ander zegt en reageren daarop. ‘Dat had mijn oom ook laatst’, roepen we dan enthousiast als iemand vertelt dat hij een nare longontsteking heeft gehad. ‘Hij heeft er weken af gelegen, verschrikkelijk.’ Terwijl we ook kunnen zeggen: ‘Dat moet een vervelende tijd zijn geweest. Hoe gaat het nu met je?’ Wie dat doet, heeft volgens Derber een support response.
We luisteren nu eenmaal matig, en praten graag over onszelf.
We zijn ons van geen kwaad bewust als we zo’n shift response hebben. Na zo’n verjaardagsgesprek zeggen we achteraf doodleuk een ‘goed gesprek’ te hebben gehad. We luisteren nu eenmaal matig, en praten graag over onszelf.
Even niets zeggen en alleen luisteren naar de ander had ons kunnen verrassen, zoals brandweercommandant Van Lieshout werd verrast toen hij zijn oordeel parkeerde. Om dat te bereiken, moeten we dus niet alleen onze mond houden, maar ook tijdelijk stoppen met denken. Maar kunnen we dat wel?
De snelheid van gedachten
Volgens Ralph Nichols, de luistervader, wordt ons gebrekkige luistervermogen mede veroorzaakt door het feit dat we juist zo veel denken. En dat doen we razendsnel. Het gemiddeld aantal woorden dat we spreken per minuut is 125. Dat is extreem langzaam voor ons brein. We denken volgens Nichols vier keer sneller dan we praten. Daarom komen er terwijl de ander praat allerlei andere zaken in onze gedachten op, eigen ervaringen die linken aan dat wat de ander zegt, maar ook die verrekte vooroordelen en aannames. ‘Heeft hij het nu alweer over die werkplaatsen? Hij wil gewoon zijn gelijk krijgen.’ Logische gedachten binnen de context van dat moment, die ten koste gaan van het luisteren. Maar juist doordat we zo snel denken, is het bijna geen doen om dat te stoppen.
Soms zien we het denken letterlijk ontstaan doordat de ander een diepe teug adem neemt, klaar om te reageren op jouw verhaal of om over iets volslagen anders te beginnen: ‘Effe iets anders, weet jij trouwens of iedereen morgen aansluit bij de vergadering?’ De gedachtesprongen hebben het op zo’n moment gewonnen van het luisteren.
‘Je luistert niet.’
‘Ik luister wel.’
‘Ik zie toch dat je niet luistert. Je reageert al voordat ik ben uitgesproken.’
‘Ik heb alles gehoord, hoor.’
Reken maar dat een groot deel van dit gesprek niet is aangekomen. Actief luisteren, met aandacht voor wat er wordt gezegd, helpt ons onze gedachten in bedwang te houden. Zodat ze niet met ons aan de haal gaan en we verkeerde conclusies trekken. Wie met aandacht luistert, is in staat die gedachten tijdelijk te parkeren – en als ze toch opkomen, zich daarvan bewust te zijn. Zo ontstaat ruimte om te luisteren naar wat er echt speelt. Grote kans dat je wordt verrast.
Reflectie: het oordeel voorbij
- Luisteren is een van de meest onderschatte vaardigheden van de mens. We denken dat we het kunnen, maar daarmee overschatten we onszelf schromelijk. Luisteren is voor de meeste mensen nu eenmaal een worsteling. Hoe gaat het luisteren jou af?
- We hebben tijdens ons leven zorgvuldig een beeld opgebouwd van hoe dingen moeten zijn, wat goed is, wat fout en wat we geloven. Dat leidt tot oordelen die ons in de weg zitten tijdens het luisteren. Kun je een moment bedenken waarin je bewust je oordeel over iets of iemand parkeerde en met aandacht luisterde?
- Doordat we vier keer sneller denken dan dat we praten, leggen we tijdens een gesprek direct verbinding met dat wat we zelf hebben meegemaakt. De consequentie daarvan is dat we reageren met iets van onszelf (shift response) in plaats van dat we de ander centraal stellen (support response). Bijvoorbeeld: ‘Ik had laatst ook de hele dag knallende hoofdpijn’, in reactie op iemand die zegt hoofdpijn te hebben. In plaats van: ‘Wat vervelend, hoe gaat het nu met je?’ Weet jij of je vaker reageert met een shift response of een support response?
Door: Franka Rolvink Couzy
Bron: Superluisteren – Waarom we elkaar wel horen, maar niet verstaan