Een containerbegrip: loslaten voor managers. ‘Ik ga vanaf vandaag meer loslaten!’ Vanaf moment 1 wist Nan van Grootel hoe dat moest. Hij geeft zes tips die helpen om loslaten inhoud te geven. Van Grootel schrijft trouwens in de vrouwelijke vorm maar daar mag je ook een mannelijke vorm lezen natuurlijk.
1. Nooit meer voorzitter zijn van wat voor overleg dan ook
Vaak zijn overleggen geïnitieerd door managers. Ik neig te stellen dat dat komt omdat zij zelf een gebrek aan overzicht hebben en daarom eens per week, maand of kwartaal een teammeeting houden. ‘Iedereen even de koppen bij elkaar.’ Ik besloot geen enkele meeting meer uit te schrijven. Wel vertelde ik mijn team: “Als jullie behoefte hebben aan een meeting met mij erbij, dan hoor ik het wel.” Uiteraard was het in het begin moeilijk om met deze vrijheid (volgens hen) of verantwoordelijkheid (volgens mij) om te gaan. Dus waren er een hele tijd geen meetings meer totdat het team toch een agenda opstelde met punten die zij noodzakelijk achtten. Dit werd een van de beste meetings waarbij ik ooit ben aangeschoven. Er zouden er nog vele volgen.
2. Bemoei je niet met de klant maar met je medewerker
Als manager moet je je heel goed beseffen dat de degene die je aanstuurt je klant is. We hebben het wel vaak over ‘de interne klant’ maar handelen we er ook echt naar? Het zorgt voor een compleet andere mindset. Een klant die zijn geld uitgeeft in jouw winkel ga je toch ook niet commanderen wat ie wel en niet moet doen? Val je die lastig met lijstjes en procedures? Ja, bij grote organisaties als KPN, UPC en overheden doen ze dat nog wel.
Dus, niet lastigvallen maar faciliteren. Zorg ervoor dat het haar aan niets ontbreekt (net een ‘echte’ klant). Ben aardig zonder maar altijd te roepen dat de klant altijd gelijk heeft (dat vind ik zo’n onzin maar da’s een apart blog waard). Als je zo omgaat met je medewerker zal zij ook zo omgaan met haar klant. Die wordt daar nog blijer van enzovoorts, enzovoorts. Mooi hè? Het blijkt zelfs award-winning-waardig te zijn.
3. Lak aan ‘wat altijd gewerkt heeft’
Als je het roer omgooit: hoe doe je dat dan? Meteen, direct, as we speak. Er is nooit een ideaal moment, besef dat. Je medewerkers zullen vertwijfeld en verward zijn tenzij je goede uitleg geeft. Ik zei: “k heb gisteren besloten dat ik het vanaf nu heel anders ga doen en daar gaan jullie veel van merken.’ Waarop een medewerker bromde: ‘Anders hoef je het ook niet heel anders te doen.’ In die opmerking zat meteen het startschot. Ik heb op een flipover opgeschreven wat ik nog wel en niet zou gaan doen en wat ik van hen verwacht. Daar had ik de avond van tevoren wel heel goed over nagedacht. Duidelijk voor iedereen. Als laatste heb ik het ‘waarom’ uitgelegd. ‘Ik wil de beste leidinggevende voor jullie zijn om daarmee het maximale uit jullie talent te halen.’
4. Stop met Het Goede Voorbeeld geven
Goede Voorbeelden worden heel vaak juist niet gevolgd. ‘Wat gebeurt er als je mensen gaat duwen in een bepaalde richting? Dan gaan ze tegenhangen’, aldus Matthieu Weggeman.
Ik kwam niet eerder dan om 9.30 uur op het werk omdat ik simpelweg geen ochtendmens ben. Vaak ging ik ‘s avonds nog even thuis door. Kies de momenten waarop je het beste meters kunt maken. En laat die keuze ook aan je medewerker. ‘Het Goede Voorbeeld geven’ is niet ‘Voordoen hoe jij denkt dat het zou moeten’. Het Goede Voorbeeld geven is begrijpen dat iedereen anders is. Als je klanten tevreden zijn, is Het Goede Voorbeeld een dom toneelspel.
5. Â Beetpakken op de juiste momenten
Loslaten is natuurlijk niet helemaal niks meer doen. Op de momenten dat je nodig bent pak je je mensen weer beet. Een wandeling maken met een medewerker en praten over hoe het écht met haar gaat is helemaal zo gek nog niet. Ik deed dat gemiddeld eens per maand. ‘Draagvlak creëren‘: vreselijke term maar het werkt wel zo.
Beetpakken doe je ook met zijn allen. Een team heeft soms echt wel behoefte aan een schop onder hun kont of een gezellig teamuitje. Zo signaleerde ik ooit dat een team er massaal de kantjes van af liep. Dan is het tijd om je te laten zien: je bent er immers nog steeds. Op deze momenten maak je het verschil en snappen ze dat jij de positie hebt die je hebt.
6. Â Medewerkers zijn specialisten, jij niet
Ik vind het raar dat de beste verkoper salesmanager wordt en de beste monteur chef werkplaats. Managen is een vak apart en heeft nauwelijks iets te maken met het werk wat door professionals gedaan wordt. De medewerkers zijn de specialisten: zij weten meer dan jij. Zo hoort het te zijn. Jij bent met heel ander werk bezig: managen. Als je inziet dat managen ook een specialisme op zich is, snap je het. Je team snapt jou dan ook het beste. Zo haal je het maximale uit je team en zij uit jou.
Met deze tips zet je de eerste stappen naar inspirerend leidinggeven. Wanneer je problemen ziet, lach ze weg. Gewoon doen! Het is niet eng maar juist super-motiverend voor jou en je team!
Bron: Nan van Grootel, ManagementSite.