Vier deskundige lezers geven hun oordeel over het nieuwe boek Werken aan de wakkere stad.
Werken aan de wakkere stad is een van de weinige titels die ingaan op de problematiek rond de drie decentralisaties, die momenteel op gemeenteniveau speelt. Vier lezers beoordeelden het boek. Deze lezers zijn: Marjan van der Feen, manager Concern, Gemeente Tytsjerksteradiel; Janet van Huisstede, eigenaar Van Huisstede Communicatie; Arjan Gosker, directeur ELLLA, en Paul Misdorp, directeur VinNDT, kennispartner in diverse netwerken. Marjan van der Feen, Manager Concern, Gemeente Tytsjerksteradiel: ‘Zou dit boek vanuit het stadse perspectief ook handig zijn voor de werkers aan de flinke dorpen? We voelen de verandering, de energie. Maar ook de chaos- waar moeten we beginnen? Niet meer voor een ander denken. Wie is de burger eigenlijk? Wat wordt er eigenlijk van mij verwacht? Het loslaten van werkwijzen. Van meubeltjes verzetten met kaasschaaf, naar tent verbouwen tot transformatie om uiteindelijk door te ontwikkelen naar de vierde orde transformatie: de systeembril afzetten en een draai van 180 graden maken naar de leefwereld. Maar hoe? We willen graag en we doen het vanuit onze beste ik samen. Hoe fijn is het om het boek van Jan en Frans te lezen. Van binnenuit de aanreiking krijgen om houvast te hebben. Te ontdekken dat adaptief sturen meer effect heeft dan dwangmatig sturen. Een beeld te krijgen hoe een “maakbare samenleving” mogelijk kan transformeren naar een “andere leefwereld”. Prachtige reflectie vanuit de beroepspraktijk. Een absolute aanrader, wat zeg ik: het is een must voor alle gemeenten!’ Janet van Huisstede Eigenaar Van Huisstede Communicatie: ‘Werken aan de wakkere stad is een prachtig co-product van Jan van Ginkel en Frans Verhaaren. Een heerlijk leesbaar boek waarin ze met tal van metaforen duidelijk maken hoe gemeenten en professionals zichzelf anno NU een schop kunnen leren geven en hoe je gemeenschapskracht kunt wakker maken. Jan praat uit ervaring want als gemeentesecretaris in Schiedam werkt hij hard aan een gedrags- en houdingsverandering van zijn ambtenaren én maakt hij burgerkracht los in de gemeenschap via SchiedamsDOEN. Frans Verhaaren weet de soms zwaar filosofische uitgangspunten heel aanschouwelijk te beschrijven, met goed te onthouden koppen als “De kunst van het liefdevol verwaarlozen”. Mij raakte het hoofdstuk over “Gedeeld zienerschap van de stad” waarin alle organisaties en mensen in de stad zich buigen over de vraag “Wat is hier eigenlijk gaande?”. Zo’n generatieve dialoog, gericht op beweging en het ontwikkelingsproces van de gemeenschap, kan écht tot vernieuwing leiden.’ Arjan Gosker, directeur ELLLA: ‘Soms komt er zo’n boek uit waarvan je denkt: dat klopt helemaal. En: zo de moeite waard om met anderen over door te spreken. Voor ons valt het boek Werken aan de wakkere stad van Jan van Ginkel en Frans Verhaaren in die categorie. Het boek raakte ons omdat het een scherpe inkijk biedt in het tijdsgewricht waarin we leven en de uitdagingen van deze tijd verbindt met onze eigen “binnenkant”. Het geeft handreikingen en voorbeelden van interventies die je als leider kunt doen om een gemeenschap in ontwikkeling te brengen. Het is geschreven vanuit het perspectief van de overheid, maar ook goed toepasbaar voor ondernemers, het onderwijs en andere publieke organisaties. Om die reden hebben wij er 100 besteld en delen we die met evenzovele leiders in de Regio Zwolle. Dit geeft taal aan wat we aan het doen zijn in de Regio, en te doen hebben. Kortom van harte aanbevolen!’ Paul Misdorp, directeur VinNDT, kennispartner in diverse netwerken: ‘Werken aan de wakkere stad is een inspirerend boek voor ieder, die maatschappelijke vraagstukken met een open blik tegemoet durft te treden en bereid is z’n professionele systeemblik los te laten. Jan van Ginkel en Frans Verhaaren slagen erin om langzaam leiderschap en vierde orde leren op een overtuigende wijze te koppelen aan het ontwikkelen van gemeenschapskracht. Daarin komen bewust zijn van de omgeving en individuele “ik” samen. Beiden roepen de publieke sector op om leerontwerpen voor de toekomst te maken. Deze moeten in staat zijn om de spirituele kloof in de samenleving te overbruggen. Ze noemen dat contextplanning: “het bewust zoeken naar de context, waarin ieder z’n verlangens en ambities kan waar maken in het vertrouwen dat de tijd je kansen biedt om aan te grijpen”. Persoonlijk vind ik het mooie van het boek dat het niet af is. Hoewel de denkrichting wel bepaald is en prachtige doorkijkjes in de niches van de onderstroom worden gegeven, zijn er nog veel open einden. De auteurs nodigen daarom iedereen uit om aan die open einden te werken, in de zekerheid dat het werk nooit af is, maar wel voldoening geeft.’ Bron: Managementboek