Leren is voor veel organisaties synoniem aan opleiden. Ten onrechte, vindt Twijnstra Gudde adviseur Manon Ruijters. In haar dissertatie Liefde voor Leren legde ze een paar jaar geleden al uit dat leren en ontwikkelen een veel betere combinatie is.
Ruijters spreekt liever over leren en ontwikkelen omdat deze begrippen in elkaars verlengde liggen. Maar waar leren vooral te maken heeft met het beheersen van hapklare en direct toepasbare kennis en vaardigheden, is ontwikkelen een vorm van loslaten en distantie nemen, én een activiteit waarbij talenten en karakter meer aan bod komen. Beide zijn nodig in een organisatie, en bij voorkeur niet al te strikt gereguleerd.Spontaniteit en dynamiek, dáár zou het om moeten gaan, zegt Ruijters. In dat geval zijn leren en ontwikkelen ook geen bezigheden waar je moe van wordt – zoals veel medewerkers van veranderende organisaties voortdurend ondervinden – maar waar je juist energie van krijgt. De titel van het boek Liefde voor leren verwijst daar ook naar.
Als er in een organisatie sprake is van die liefde, merk je dat aan het plezier en enthousiasme voor leren en ontwikkelen, aan nieuwsgierigheid en aan de zin om te experimenteren. Bovendien zijn efficiëntie en effectiviteit er in evenwicht met welzijn en geluk. Maar de werkelijkheid is meestal anders, aldus Ruijters.
"Vaak zien organisaties eigen kwaliteiten niet meer, herkennen ze niet waar het leren eigenlijk zit, zijn ze zo gewend geraakt aan waar ze goed in zijn dat ze dat niet meer meenemen in toekomstplannen. Met een beetje pech ontstaan dan bijvoorbeeld cultuurprogramma’s waarbij nieuwe bedrijfswaarden die 'geïmplementeerd' moeten worden haaks staan op alles waar de organisatie goed in is."
Binnenkort verschijnen van Manon Ruijters twee boeken: DRIE, een boek over het vormgeven aan organisatieontwikkeling dat ze samen met collega Ingelien Veldkamp schreef, en het basisboek Leren, waarvan Ruijters mede-redacteur is. Beide boeken worden uitgegeven door Kluwer.
(Bron: Management en Consulting)