Miriam de Graaff en Eric-Hans Kramer reflecteren in Management & Organisatie op problemen waarmee militaire leidinggevenden in het uitzendgebied geconfronteerd worden om een beeld te schetsen van het lerend vermogen van de krijgsmacht gedurende de uitzending.
In het uitzendgebied manifesteren zich vijf leiderschapsproblemen die onvermijdelijk zijn in dynamisch complexe omgevingen, maar het lerend vermogen van de organisatie versterken als hier adequaat mee om wordt gegaan, de zogenaamde ‘intelligent failures’. Aan de hand van de ervaringen van uitgezonden militairen naar Uruzgan beschrijven we op welke wijze de organisatie zich lerend opstelt onder deze complexe omstandigheden.
Extreme omstandigheden
Problemen en fouten worden veelal als iets onwenselijks gezien. Echter, hoe hard we het ook proberen, onzekerheden – en de daaruit voortkomende problemen en fouten – kunnen nooit volledig worden weggenomen. Sommige organisaties hebben te maken met complexe situaties, waarin de gevolgen van iedere handeling (goed of fout) verstrekkend kunnen zijn, terwijl zij tegelijkertijd geconfronteerd worden met ‘reguliere’ situaties waarin die complexiteit, tijdsdruk en verstrekkende gevolgen ontbreken. Dergelijke tweeledigheid zien we vooral terug bij gezagdragende organisaties als de krijgsmacht, politie en brandweer. Immers, zij hebben zowel van doen met ‘kantoorwerk’ als met optreden in extreme omstandigheden. Juist in deze extreme omstandigheden is het belangrijk dat er gebruik gemaakt wordt van het lerend vermogen van de individuele medewerker, het team en de organisatie.
Lerende organisatie
Allereerst typeren de auteurs de probleemsituaties voor militaire leiders in het uitzendgebied om ze daarna verder te analyseren vanuit de theorie van ‘de lerende organisatie’. Immers, dergelijke problemen zijn voor de organisatie uitgelezen momenten om te ontwikkelen en het lerend vermogen optimaal te benutten. Problemen en fouten verschaffen belangrijke informatie om van te leren. Met name de uitzendcontext is voor leren zeer geschikt aangezien door haar ‘dynamische complexiteit’ problemen en fouten onvermijdelijk zijn. In de organisatiekunde wordt wel het begrip intelligent failure gebruikt om te verwijzen naar de gedachtegang dat fouten maken noodzakelijk is om te leren. Ons vermoeden is dat de leiderschapsfilosofie van de Nederlandse krijgsmacht nog in beperkte mate het uitgangspunt van de intelligent failure omarmt. De consequentie daarvan is ook dat het leerpotentieel van de krijgsmacht niet optimaal wordt benut. De auteurs gebruiken Task Force Uruzgan als casus om dit vermoeden te staven en ze focussen op het grondoptreden van de Koninklijke Landmacht en het Korps Mariniers. Eerst gaan ze in op de achtergrond van de lerende organisatie en daarna op de context waarin onze analyse plaatsvindt: dynamische complexiteit waarna leiderschap binnen de krijgsmacht aan bod komt. Daaropvolgend analyseren en typeren ze de leiderschapsproblemen gedurende de vierjarige missie in Afghanistan. Als laatste betogen ze op basis van de analyses, waarom de manier van omgaan met dynamische complexiteit aantoont dat de organisatie gedurende de uitzending haar lerend vermogen niet optimaal benut.