Beste Jaap, Ik werd deze week weer eens geconfronteerd met hoe betekenissen meer zijn ingebed in sociale contexten dan in mensen. Zoals je weet ben ik in februari jarig. Als kind al had ik het gevoel dat zo rond mijn verjaardag de lente begon. De dagen worden langer (zes minuten per dag licht erbij in deze periode!), de eerste sneeuwklokjes en krokussen komen uit, de merel roert zich. Ik werd er altijd een beetje blij van. Als ik die blijdschap deelde met mijn moeder -‘Op mijn verjaardag wordt t al een beetje lente!’ – zei zij altijd: ‘In februari kan het nog flink winter worden.’
Ze had natuurlijk gelijk. De twee Elfstedentochten van de jaren 80 vielen in februari. Maar ik voelde lente. Laatst ging op Twitter het staatje rond met informatie over hoe de gemiddelde temperaturen over een eeuw heen veranderd waren. Toen drong diep tot mij door hoezeer het niet zozeer meningen waren, van mijn moeder en mij, maar ook hoe die meningen voortkwamen uit verschillende historie. Mijn moeder had gelijk, toen ik klein was, maar ik ook. Alleen was het referentiekader waarop mijn moeder haar mening baseerde een volledig andere dan de mijne. In haar kindertijd was februari steenkoud! In de mijne al veel minder. We hadden het over hetzelfde weer, maar met een blik die was opgebouwd in een andere tijd. En we hadden het over hetzelfde weer, nog niet wetend dat onze verschillende inzichten heen teken waren van dramatische veranderingen die zich aan het voltrekken waren. Nu ben ik zo bang dat over twintig jaar een kind tegen mij zegt dat februari al zo’n fijne warme maand is, en dat ik dan zeg ‘Welnee, de lente begint dan net!’ Dan is dat niet alleen een gevalletje ‘zelfde weer, andere wereld’. Dan is er echt iets rigoureus misgegaan. Dat ik over twintig jaar op mijn moeder lijk, dat kan ik hebben. Maar dat we de klimaatontwikkeling niet een heel klein beetje hebben kunnen stoppen, dat kunnen we niet laten gebeuren, toch? Groet, Leike Leike van Oss en Jaap van ’t Hek schreven samen veel boeken over verandermanagement en veranderkunde. Daarnaast schrijven ze elkaar brieven. Ze zijn bezig met het schrijven van een nieuw boek: Onmacht >>>