Teamwork wordt steeds belangrijker voor organisaties. In teamverband resultaten boeken, is echter uitdagender dan ooit. Bergbeklimmen levert waardevolle inzichten op voor een goede samenwerking. Katja Staartjes beklom als eerste Nederlandse vrouw de Mount Everest. Zij schreef het boek ‘Topteams’, over hoe je als team de beste resultaten bereikt. Tijdens Jaarcongres Teamcoaching op 2 november vertelt zij haar verhaal. In dit artikel alvast een voorproefje.
Topprestaties maak je nooit alleen waar. Dat geldt in de sport, in organisaties, overal. En zeker in de huidige tijd. De ontwikkelingen op het gebied van digitalisering, technologie en globalisering gaan razendsnel. De druk om efficiënter te werken wordt steeds groter. Daarnaast staan we voor complexe en grote vraagstukken als verduurzaming. Deze ontwikkelingen vragen niet alleen om een slimme organisatie, maar vooral om wendbaarheid, transformatie en innovatie.
Je moet expertise vanuit verschillende invalshoeken zien te bundelen. Dat vereist een goede samenwerking, want je kunt het niet (meer) alleen. Steeds vaker werken we met verschillende partijen in tijdelijke teams en samenwerkingsverbanden, en over grenzen heen. En daarbij wordt in korte tijd een topprestatie verwacht.
Teamwork: verbinding en irritatie
Teamwork kan intens verbinden. Maar goed met elkaar samenwerken is niet vanzelfsprekend en vaak een uitdaging op zich. Irritaties en conflicten liggen op de loer. En die doen een enorm beroep op je professionaliteit.
Teamwork kan intens verbinden. Maar ook irritaties en conflicten liggen op de loer. Die doen een enorm beroep op je professionaliteit.
Samen onderweg zijn op een bergreus, ondergedompeld in de elementen, geeft een overweldigend gevoel. Er ontstaat verbondenheid en stap voor stap komen we hoger. Het bereiken van een volgend kamp vieren we met warme koffie, thee en soep. Je hebt niet veel nodig om te genieten.
In de dagelijkse operatie blijkt snel hoe een team functioneert. Hoe de sfeer is. Wie welke expertise en ervaring inbrengt en hoe ieders karakter is. Dan blijkt of je elkaar daadwerkelijk aanvult. Op expeditie is ook het leven in een hoogtekamp een test voor de samenwerking.
Op expeditie: test voor de samenwerking
We verblijven met z’n tweeën in een tent van nog geen drie vierkante meter. Ik maakte een keer mee dat het twee dagen stormde op 6800 meter. We konden geen kant op. Er is dan geen ontkomen aan elkaars nabijheid. Vierentwintig uur per dag moet je je aan elkaar en de omstandigheden zien aan te passen. In de tent is het ’s nachts stervenskoud. Als de zon tevoorschijn komt wordt het gelukkig warmer, maar dan ontdooit tegelijkertijd de rijp aan de binnenkant van de tent, die is ontstaan uit het vocht van onze ademhaling. Een uur lang druppelt het – alles wordt nat. Ontiegelijk irritant. Dat geldt ook voor het feit dat de meesten van ons last hebben van flatulentie, doordat onze spijsvertering op grote hoogte slecht functioneert.
Verder gaat er geregeld wat mis. Een plotse windvlaag of even niet opletten, en de pan soep valt om. En als het tegenzit komt de inhoud terecht in je slaapzak. Ik vervloek onze kleine behuizing dan ook.
Elkaar ontzien
Het is een groot voordeel als je eerder op grote hoogte bent geweest, dan kun je je op de ongemakken instellen. Bovendien weet je hoe je op de ijle lucht reageert. Zo weten Henk en ik inmiddels dat Henk in het begin van de beklimming, rond 6000 meter, meer moeite heeft met acclimatiseren. Hij heeft op die hoogte barstende hoofdpijn en weinig energie, en het is dan aan mij om de klusjes op te pakken. Na een dag is Henk bijgetrokken. Ikzelf heb verderop in de expeditie, rond 7000 meter, weleens last van evenwichtsstoornissen. Mijn drinkbakje kan ik dan niet goed vasthouden omdat mijn hand blijft trillen. Ik ga dan mijn slaapzak in, drink zo veel als ik kan en blijf zo stil mogelijk liggen – een flinke uitdaging voor iemand die niet kan stilzitten. Henk is degene die mij dan ontziet en na een tijdje is mijn evenwicht hersteld.
Ruzie in de tent
Op expeditie ben je sterk afhankelijk van elkaar, en dat verbindt intens. Maar zelfs als het klikt en je elkaar aanvult, vervloek ik behalve de minieme behuizing soms ook mijn gezelschap. Dan denk ik: was die ander er maar even niet. Kennen we niet allemaal dat soort ervaringen, thuis of op het werk? Want uiteraard ontstaan er irritaties. Onder druk krijgen de meeste mensen een korter lontje. Op grote hoogte is dat korte lontje onvermijdelijk. En verschillen – door botsende persoonlijkheden of andere opvattingen – worden dan uitvergroot. Er ontstaat zomaar ruzie in de tent en daarbij kunnen de emoties hoog oplopen.
Dat komt niet omdat klimmers egoïsten zijn – wat ik vaak te horen krijg – maar doordat het leven onder die extreme omstandigheden zo verdraaid lastig is. Sterker nog: zet een willekeurig team op een hoge berg en er breekt slaande ruzie uit. Het vraagt het uiterste om het in de bergen met elkaar uit te houden, om maar te zwijgen van samenwerken!
Het is een illusie om te denken dat je de berg kunt beklimmen zonder fricties.
Teamwork is niet alleen maar leuk. Gedoe hoort erbij. Het is een illusie om te denken dat je de berg kunt beklimmen zonder fricties. Zorg er wel voor dat irritaties, gevoeligheden en emoties niet escaleren tot onnodig grote conflicten. Daarom is het belangrijk om allereerst te incasseren. Laat de ander uitrazen en stoom afblazen. Verdraag je ergernis en tel tot tien. Probeer de spanning te relativeren. Houd het doel in je achterhoofd en blijf vooral professioneel!
Maskers af
Niemand kan in die extreme condities en boven op elkaars lip een masker ophouden. Niet alleen wordt snel duidelijk of je samen door één deur kunt, ook is in een mum van tijd helder hoe iemand zijn rol vervult. Wie het zware werk oppakt en wie de kantjes ervanaf loopt. Er zijn altijd klimmers die geen zin hebben in het vuile werk, zoals een wc-gat graven in de sneeuw. Of die wachten tot anderen het touw hebben gefixeerd en er dan achteraankomen. Onderweg leer je elkaars ware aard en opvattingen kennen.
En dan blijk je soms een miskleun te hebben gemaakt in je teamsamenstelling. Dat ervaarden wij tijdens onze megatocht door de Himalaya, waar we op een gegeven moment tien dagen ondersteund werden door een lokale drager. De man liep de kantjes ervanaf en hem aanspreken op zijn gedrag hielp niet. Hoewel ik me groen en geel aan hem ergerde, konden we hem op dat moment niet wegsturen of vervangen. Er zat niets anders op dan er samen het beste van te maken.
Ga aan de gang met het groepsproces
Er wordt flink wat aangemodderd door teams. Maar hoe lang houd je dat vol? Je aan elkaar blijven ergeren levert uiteindelijk veel negatieve energie op. En dat gaat ten koste van de effectiviteit. Bovendien ontstaat vaak een steeds sterkere onderstroom van onuitgesproken gevoelens en verwijten.
Zorg dan dat je actie onderneemt. Pas in het uiterste geval de samenstelling aan. Maar ga eerst aan de gang met het groepsproces. Het teamklimaat, het onderlinge vertrouwen, de communicatie of wat ook het struikelblok is. Niet alleen leidt een betere samenwerking tot betere resultaten, de tocht wordt er plezieriger door. Investeren in teamontwikkeling loont.
- Katje Staartjes is spreker op het Jaarcongres Teamcoaching. Klik hier voor meer informatie en inschrijven >>>
door: Katja Staartjes, uit: Top Teams, Samen bergen verzetten
Foto’s: Menno Boermans