De verschillende generaties op de werkvloer, de babyboomers, generatie X en generatie Y, vinden dezelfde waarden belangrijk en hebben voorkeur voor hetzelfde type manager. Wel is er een verschil in het belang dat de generaties hechten aan deze waarden en manier van leiderschap. Dat blijkt uit het onderzoek van twee master-studenten van Nyenrode Business Universiteit. Hoe jonger de generatie, hoe hoger de verwachtingen zijn van het werk en van de manager.
Het onderzoek is uitgevoerd bij financieel arbeidsbemiddelaar Robert Half in het najaar van 2010. In totaal hebben 900 personen meegewerkt aan het onderwerp, voornamelijk werkzaam in de financiële sector.
Balans
Alle generaties hechten het meest aan de balans tussen werk en privé. Iets betekenisvol doen met een lange termijn impact staat op de tweede plaats. Een goede werksfeer wordt ook als erg belangrijk ervaren, vooral generatie Y (geboren na 1980), hecht hier sterk aan. Ook wil deze jongste generatie meer zekerheid dan hun Babyboomer ouders (geboren tussen 1946-1964). Over de managers zijn de generaties het eens: een ‘transformational’ leider is ideaal. Een manager die inspireert, stimuleert, uitdaagt en coacht.
Ronald de Zoete, Associate Director Robert Half, zegt in een toelichting: “Mensen willen allemaal hetzelfde. De verschillen in intensiteit zouden veroorzaakt kunnen worden door de levensfase waarin mensen verkeren. De jongste generatie op de werkvloer, generatie Y, heeft de hoogste verwachtingen, zowel wat werksfeer als wat beloning betreft. Dit kan veroorzaakt worden door de hoge, en soms ietwat onrealistische verwachtingen en ambitie die ze hebben aan het begin van hun carrière.”
Beloning
Generatie X (geboren tussen 1965-1980) zit qua verwachtingen van de werksfeer, de fysieke werkomgeving en hun carrièreontwikkeling tussen generatie Y en de Babyboomers in. Zij verwachten minder dan generatie Y maar meer dan hun voorgangers. Voor X-ers is de beloning het belangrijkste aspect van hun werk, ook opvallend is dat deze generatie veel persoonlijke vrijheid op het werk wenst. Ze zijn minder loyaal naar hun werkgevers dan de oudste en jongste generatie en hechten belang aan interne job flexibiliteit.
Babyboomers, die zich nu vaak in de laatste fasen van hun carrière bevinden, hechten opvallend veel belang aan hun loopbaan ontwikkeling. Na de aangename werkomgeving en goede werksfeer is dit voor hen het meest belangrijke aspect in hun baan. Ook willen ze al hun capaciteiten gebruiken en zich niet laten limiteren door de werkomschrijving. Ze willen zelf dingen initiëren waar de werkgever baat bij heeft en die zij als een erfenis voor het bedrijf kunnen achter laten.
De verschillende generaties lijken op de werkvloer soms erg verschillend, maar kijkende naar de achterliggende waarden willen alle generaties hetzelfde. Om de uiterlijke kenmerken van de generatiekloof te overbruggen zouden managers de focus moeten leggen op de overeenkomsten in plaats van de verschillen. In een cultuur van open communicatie kunnen het bedrijf en de werknemer de verwachtingen op elkaar afstemmen.