Laten zien wie je bent. Wat jij persoonlijk hebt meegemaakt. Authentiek zijn. Het is zo ongeveer een must in managementkringen. Maar op je werk is authenticiteit wel aan regels gebonden.
Open over je ervaringen vertellen – inclusief je ergste missers – kán een uitstekende manier zijn om het vertrouwen van je mensen te winnen, om werkrelaties en teamprestaties te verbeteren. Het geheim van de smid? Eerst denken, dan nog eens denken, en dan pas doen. Bedenk vooral waaróm je iets wilt vertellen (lees: wat je ermee wilt bereiken) en hoe je dat het beste kunt aanpakken. Want pas op: je zit niet thuis op de bank of in het café met vrienden jezelf te manifesteren. Nee: op je werk ben je authentiek om functionele redenen. Om iets voor elkaar te krijgen.Pas op met ontboezemingen
Managers die hun ‘complete zelf' mee naar kantoor nemen slaan geregeld de plank mis, ontdekten de Amerikaanse onderzoekers Lisa Rosh en Lynn Offermann. Meestal kennen ze zichzelf gewoonweg onvoldoende om te weten hoe ze overkomen, of zijn het slechte communicators. En dan kunnen persoonlijke ontboezemingen averechts uitpakken: je verliest het respect en vertrouwen van je gesprekspartners. In de context van je werk spontaan je ervaringen, gedachten en gevoelens delen is sowieso nooit verstandig.
Neem Roger, partner bij een Amerikaanse consultancyfirma met een nieuw kantoor in Azië. Toen het Aziatische team een belangrijke eerste klant verloor, stapte Roger op het vliegtuig om het team ter plekke te coachen. Hij besloot te delen dat ook hij ooit zijn eerste klant kwijtraakte – een verhaal dat in het moederland meestal zijn werk deed. Niet in Azië. De kersverse Aziatische collega's waren ronduit geschokt dat hun nieuwe manager zijn eer, reputatie en machtspositie op het spel zette door over zijn zwakke punten te vertellen.
Managers die gevaar lopen
Vooral managers met de volgende karaktertrekken verkeren in de gevarenzone als ze over zichzelf gaan vertellen – en zouden dus drie keer moeten nadenken:
- Het ‘unaware' soort: heeft geen helder en realistisch beeld van zichzelf en komt daardoor onecht over.
- Kantoorklerk: voelt lichaamstaal en andere sociale hints niet aan en doet ongepaste onthullingen over zichzelf, of vertelt dingen op het verkeerde moment.
- Open boek: notoire kletskous die non-stop over zichzelf en anderen vertelt en daardoor door niemand wordt vertrouwd.
- Gesloten boek: heeft grote moeite om wat dan ook over zichzelf los te laten op het werk en komt afstandelijk en ontoegankelijk over (of kan helemaal geen relaties opbouwen).
Zorg allereerst voor zelfkennis. Authenticiteit begint met zelfbewustzijn. Je moet weten wie je bent, wat je waarden, gevoelens en competenties zijn. Hoe je overkomt. En daarmee: wat je wanneer kunt laten zien van jezelf. Organiseer 360-gradenfeedback van collega's, en laat daar zo nodig coaching op maat op volgen. Onderzoek als je je voorbereidt je motieven: beoordeel of jouw onthullingen van belang zijn voor een specifieke taak. Vertel hoe dan ook alleen wat je echt hebt meegemaakt. Verzin geen verhalen omdat het goed uitkomt. Faken is dodelijk als je mensen erachter komen. Ze zullen je niet meer vertrouwen. Verdiep je vooraf ook goed in (bedrijfs)culturele verschillen. Soms is het beter om je mond te houden. En vermijd al te persoonlijke verhalen, zeker in het begin. Bedenk: intieme verhalen versterken relaties, ze creëren ze niet. Als je al snel veel persoonlijke zaken deelt, kom je onhandig en zelfs labiel over.
Checklist praten of zwijgen
Hoeveel doe je aan zelfreflectie?
A Doe ik niet aan.
B Ik doe veel zelfbeoordelingstests maar weet niet wat collega´s van me vinden.
C Ik doe veel zelftests en de scores komen aardig overeen met 360-gradenfeedback.
Wat wil je bereiken met je onthulling?
A Ik wil mijn kennis, vaardigheden of inlevingsvermogen tonen.
B Ik wil een betere band met collega's, om de werksfeer te verbeteren.
C Ik wil het vertrouwen van mijn collega's winnen en zo onze prestaties verbeteren.
Welke persoonlijke informatie delen je collega's met jou?
A Geen enkele.
B Over het privéleven van een paar vrienden weet ik veel maar van de andere collega's weinig.
C Zij delen persoonlijke dingen met me, vooral als dat van belang is voor ons werk.
Hoe lang kennen je collega's en jij elkaar?
A Heel kort.
B We hebben een of twee bijeenkomsten gehad.
C We hebben minstens een week formeel en informeel met elkaar gesproken en één belangrijke taak uitgevoerd.
Uitslag
Vooral A's? Houd je stil.
Vooral B's? Wees voorzichtig met wat je vertelt.
Vooral C's? Vertel maar over jezelf.
Bron: Lisa Rosh & Lynn Offermann in: Harvard Business Review, oktober 2013.
Boekentip: Een betere balans tussen voelen, denken en doen.