De centrale uitdaging van dit moment is het realiseren van een Groene Economie. Aldus Jan Jonker, die op 10 november zijn rede zal uitspreken als hoogleraar duurzaam ondernemen.
In een Groene Economie staat het denken in cycli centraal. Dat is wezenlijk iets anders dan wat nu soms nog onder 'duurzaam' verstaan wordt: het verhalen van schade aan de planeet op burgers en bedrijven. Het betekent dat er vanuit een cyclische manier van produceren en consumeren gekeken wordt naar grondstofstromen, producten en diensten en dat er gerekend wordt met een integrale (kost)prijsberekening. Het ombouwen van onze huidige 'schroothoop'-economie naar een kringloopeconomie betekent een regelrechte omwenteling.Om een soepele transitie te stimuleren stelt Jonker 7 wegen voor.
- Meervoudige waardecreatie
Bij dit principe staat niet centraal het maximaliseren van financieel rendement, maar het bijdragen aan oplossingen voor maatschappelijke problemen. Voorkomen moet worden dat ieder voor zich het beste probeert te realiseren zonder te letten op negatieve effecten voor anderen. - Achterblijvers financieren innovatie
Belastingen, premies en heffingen dienen zodanig ingericht te worden dat achterblijvers bijdragen aan de inspanningen van de voorhoede. Een voorbeeld is een energieheffing op niet-groene energie om de innovatierisico's voor het ontwikkelen van groene energie mede te financieren. - Een hernieuwde balans tussen lokaal en globaal
Vervreemding dreigt indien ontwikkelingen invloed hebben op wat zich lokaal afspeelt, terwijl lokale belanghebbenden weinig daarover te zeggen hebben. Bijvoorbeeld als een koffieboer zijn prijzen niet zelf kan bepalen, omdat die door multinationals wordt vastgesteld. - Totale kosten van bezit zijn leidend
Het uitgangspunt is Total Cost of Ownership, niet alleen de aanschaf- of kostprijs. Dit houdt in dat producenten en consumenten zich mede verantwoordelijk voelen voor wat er verderop of terug in de keten gebeurt. - Cyclisch gebruik van grondstoffen
Het denken in termen van levenscycli betekent dat je als producent beseft dat je grondstoffen voortkomen uit afval van een vorige schakel en dat je restproducten weer input zijn voor de volgende schakel. - De vervuiler betaalt
Dit houdt in dat organisaties rekening gaan houden met directe aansprakelijkheid voor daden die het milieu zowel op korte als op lange termijn (als de schade pas veel later optreedt) schade berokkenen. - Vrijheid om verantwoord te handelen
Als producenten en consumenten aan deze principes voldoen, hebben ze recht op zoveel mogelijk keuzevrijheid. Dus de overheid moet niet zo zeer sturen met strikte wetgeving of het voorschrijven van middelen, maar juist door zo veel mogelijk duidelijke kaders en doelen aan te geven.
Kijk ook op www.corporate-engagement.com en www.earthsummit2012.org