Veel ondernemingen zitten vast op een ‘innovatieplateau’. Ze vervallen tot een chronisch meer-van-hetzelfde-syndroom. Bij zulke strategische inertie menen de CEO en de zijnen te moeten focussen op kostenbesparing om competitief te blijven.
Volgens strategie-expert Alejandro Ruelas-Gossi (University of Miami) is dit een effectieve poging om je innovatie per saldo om zeep te helpen. Hij heeft vier waarschuwingssignalen geïdentificeerd die aangeven dat ondernemingen op een innovatieplateau vastraken.Vier symptomen van strategische inertie
- Obsessie met kostenbesparingsprogramma’s. Geen aandacht voor de teller (inkomsten vergroten), veel aandacht voor de noemer (kosten verlagen).
- Obsessie met naar de klant luisteren. Helaas: klanten willen vooral dat hun product zo goedkoop mogelijk is. Wat ondernemingen die naar de klant luisteren dan dus gaan proberen. Steve Jobs zei het al: je klanten gaan je niet om een iPhone of iPad vragen.
- Obsessie met geleidelijkheid. Babystapjes vooruit kunnen aantellen op den duur, maar het blijft kortetermijnwerk. De lange termijn – lees: radicale innovatie – is heel erg non-existent op veel corporate innovatieagenda’s.
- Obsessie met acquisitie. Als je er niet slaagt om te innoveren, kun je bedrijven en de bijbehorende mensen kopen die wél wat echt nieuws hebben bedacht. Apple betaalde $3 miljard voor Beats. Facebook $19 miljard voor Whatsapp. Het laat vooral zien dat deze vroegere innovatiepioniers nu vastzitten op een innovatieplateau. Hoe innovatiever een bedrijf, hoe minder overnames het doet. Het ontwikkelt zijn eigen talent en creëert zelf zijn toekomst.