Hoe vlieg jij het schrijfproces aan? Wat zijn jouw gewoonten? Reflecteer eens op jouw aanpak met behulp van de schrijfprofielen in dit artikel. We baseren deze profielen op onderzoek van cognitief psycholoog Linda Flower en linguïst John Hayes: Problem-Solving Strategies for Writing. Ze lieten schrijvers hardop denken tijdens het schrijven en analyseerden video-opnamen daarvan. Daar rolden verschillende schrijfstrategieën uit.
Welke schrijfprofielen herken je?
Hanteer jij bij schrijfopdrachten steeds dezelfde werkwijze? Of varieer je per tekstsoort, doel of opdracht? Maakt het uit of je goed in een onderwerp zit of niet? Oftewel: wat herken je van de volgende schrijfprofielen, wanneer pas je ze toe en helpen ze je of niet?
Deletefreak
Is jouw deletetoets op het toetsenbord meer afgesleten dan de andere toetsen? Begin jij aan een tekst en herschrijf je de eerste zin drie keer voor je een tweede zin maakt? Een schrijver met deze schrijf-en-schrapaanpak noemen we proppenauteur of deletefreak: na twee zinnen verfrommel je het blaadje en begin je helemaal opnieuw.
Kortom: creëren en beoordelen gaan hand in hand bij deze trial-and-errorstrategie.
Perfectieschrijver
Werk je als een echte perfectieschrijver? Dan probeer je de hele tekst in één keer goed op papier te krijgen. Dat betekent dat je al schrijvend de juiste inhoud zoekt, daarin gelijktijdig structuur probeert aan te brengen en ook nadenkt over de begrijpelijkheid, argumentatie en leesbaarheid. Tegelijkertijd bekommer je je om grammatica, komma’s en d’s en t’s.
Deze gelijk-goedstrategie leidt makkelijk tot ‘system error’ in je brein. Door de aandacht continu te verdelen over alle deeltaken loop je het risico dat de tekst een lagere kwaliteit krijgt.
Potloodeter
Hanteer jij de uitstelstrategie? Bijvoorbeeld omdat je nog geen inspiratie hebt? Moet je eigenlijk starten met schrijven, maar draait jouw smoezenfabriek meteen op volle toeren? Bijvoorbeeld: ‘Voor de lunch moet ik eerst mijn mail wegwerken en enkele relaties bellen … ik ga vroeg lunchen … oeps, te veel geluncht; nog geen inspiratie … laat ik eerst het bureau opruimen, want een opgeruimd bureau is een opgeruimde geest.’
Kortom, ben jij die schrijver die bij thuiskomst na een werkdag zegt: ‘Ik moet straks nog even achter de laptop’? Dan ben je een potloodeter die wacht op inspiratie zonder zichtbare acties uit te voeren om tekst te creëren.
Alineaplakker
Misschien werk je als een alineaplakker. Vrij snel na het ontvangen van de opdracht bedenk je een openingsalinea voor de tekst. Je schaaft die hier en daar bij, herleest de geschreven passage en plakt er een nieuwe alinea aan vast. Soms kopieer je een stuk uit een bestaande tekst of verschuif je alinea’s. Na één of twee alinea’s herhaalt zich hetzelfde patroon: teruglezen, beetje bijschaven en een volgende alinea bedenken.
Flower en Hayes noemen dit de doorbreistrategie. Alineaplakkers lezen terug om zaken te verbeteren en ideeën te krijgen om verder te schrijven. Teruglezen kan zo werken als correctie op niet-gelukte intenties en als springplank naar het vervolg.
Woordenplakker
Pauzeer jij juist tijdens het formuleren van zinnen? Dan werk je als woordenplakker. Je schrijft dan steeds enkele woorden van een zin. Bijvoorbeeld: ‘Met betrekking tot uw verzoek …’ Dan pauzeer je een tijdje en schrijf je ‘kunnen we u melden dat …’ En dan volgt weer een nieuwe pauze. Je zoekt hoe de zin verder moet.
Mogelijk heb je daarbij last van de gedwongen-ideeënstrategie. Dan bepalen zinsdelen of woordcombinaties die je al gebruikte de uiteindelijke gedachten. Niet wat je wilt zeggen komt op papier, maar dat wat volgens de grammaticaregels nog past binnen de woorden die je al gebruikte.
Opmaakredacteur
Houd je ervan om tijdens het schrijfproces meteen de kleinste krabbeltjes schitterend vorm te geven? Switch je tijdens het schrijven van je concepttekst regelmatig tussen het inkloppen van woorden en zinnen en het sleutelen aan de lay-out, lettertypen en ander vormgeefopties?
Continu switchen tussen tekst produceren en vormgeven maakt je tot een echte opmaakredacteur. Je hanteert dan de vormgedreven schrijfstrategie. Dat kan ten koste gaan van de diepgang.
Gevaar: zendergericht werken
De boodschap zal duidelijk zijn: bij deze profielen gaat het niet direct om sterke schrijfstrategieën. Typerend is de grotendeels onbewuste aanpak, die berust op de veronderstelling dat alle deeltaken die je als schrijver hebt gelijktijdig kunnen plaatsvinden. Zoals een flipperkast op tilt slaat bij veel duw-en-trekwerk, zo is de kans groot dat je brein vastloopt bij het gelijktijdig verwerken van veel verschillende soorten informatie en talloze structuur-, argumentatie- en stijlvragen. Het gevaar van deze strategieën is ook dat je vooral zendergericht werkt: je schrijft niet vanuit de behoeften en wensen van de lezer.
In de praktijk komen schrijvers met de genoemde profielen nog een heel end, maar vaak ervaren ze het schrijfproces dan wel als belastend. Soms lopen schrijvers helemaal vast. Het zogenoemde writer’s block doemt op: de schrijver blokkeert. In hoofdstuk 8 lees je hier meer over en zie je ook hoe je het voorkomt.
Reflectie
- Reflecteer eens op jouw schrijversprofiel. Welke profielen herken je? Wat zegt dat over je winstkansen?
Maar welk type schrijver je ook bent, het boek Spot-on schrijven biedt voor iedereen tips om rake zakelijke teksten te maken.
Beluister de podcast: Spot on schrijven
Bron: Spot-on schrijven
Door: Eefje Gerits, Ed Grubben, Jan Vriens