Beste Leike, Je vorige briefblog naar aanleiding van Wheatley riep veel reacties op he? Het was ook mooi hoe je liet zien dat je na verloop van tijd in je eigen verhalen je eigen redenering en argumentatie-opbouw steeds meer overslaat, omdat je met de conclusies verder kunt werken vanaf een volgend ‘vast’ punt. Dat herken ik sterk. Dat je bij het vertellen van je eigen theorie over onderdelen denkt, ”Ja dat weet ik nu wel”, en dat overslaat in het ongetoetst vermoeden dat de luisteraars dat ook wel weten. Je wilt immers geen herhalende grammofoonplaat zijn en bovenal, je wilt verder bouwen en niet steeds op pagina 1 beginnen.
Voor je het weet zit je in je schuttersput van conclusies te schieten op mensen in een loopgraaf met andere conclusies. Dat voorkom je alleen als je teruggaat naar je waarnemingen, je redenering en de mogelijke gevolgen ervan. Argyris heeft het ons eindeloos uitgelegd. Op het systeemfestival van Sioo was het effect van Margareth Wheatley op mij dat ik haar verhaal een beetje plat vond. Ik miste echt de diepte in haar verhaal, haar conclusies gingen mij te snel. Als zij zegt dat we af moeten van “hope”, wat bedoelt zij dan? Dat we niet meer moeten hopen op betere tijden? Of dat we er niet in moeten geloven, erop moeten vertrouwen? Of dat optimisme naïef is? Ze legde het niet uit.