Timo O. Vuori en Quy N. Huy deden een kwalitatief onderzoek naar Nokia, om inzicht te krijgen in de snelle neergang van het wereldwijd oppermachtige en innovatieve technologieconcern in de periode 2005-2010. ze ontdekten dat gedeelde emoties onder topmanagers en middenmanagers gedragscycli op gang brachten tijdens het innovatieproces van de smartphone, die dit proces en de uitkomst ervan hebben geschaad.
Een optelsom van organisationele aandachtsstructuren en historische factoren leidde bij de top- en middenmanagers tot verschillende soorten angst. Topmanagers waren bang voor externe concurrenten en aandeelhouders; middenmanagers vooral voor interne groepen, inclusief superieuren en collega’s. De naar buiten gerichte angst van de topmanagers bracht hen ertoe intern druk uit te oefenen op middenmanagers, zonder de ernst van de externe bedreigingen volledig te onthullen. Dit leidde tot vooroordelen in hun interpretatie van de communicatie van de kant van middenmanagers. De intern gerichte angst van middenmanagers zorgde ervoor dat zij minder geneigd waren om om negatieve informatie te delen met de topmanagers. Daardoor kregen topmanagers een te optimistische kijk op de technologische capaciteiten van hun organisatie en verwaarloosden zij langetermijninvesteringen in innovatieontwikkeling. Ons onderzoek draagt bij aan de ‘attention-based view of the firm’. Het beschrijft hoe verdeelde-aandachtstructuren gedeelde emoties beïnvloeden en hoe die gedeelde emoties vervolgens de integratie van aandacht kunnen dwarsbomen. Zij beïnvloeden innovatieprocessen en hun uitkomst beïnvloedt en leidt tot kortzichtigheid: een focus op productinnovatie op de korte termijn, ten koste van innovatieontwikkeling op de lange termijn.