Normaal duurt het tien tot vijftien jaar voordat een geneesmiddel op de markt kan worden gebracht. Onder druk van een wereld die om een werkend vaccin schreeuwde, lukte het om binnen negen maanden een werkend vaccin te ontwikkelen. Minstens tien keer sneller dan ooit is gedaan. Hoe kan dat?
Technologische innovaties op medisch gebied speelden een rol. En uiteraard was ook de financiële steun van overheden van belang. Doorslaggevend waren evenwel slimme en snelle manieren van samenwerken, zo betogen Hans van der Loo en Patrick Davidson. Zij zien dit als hoopvol teken dat navolging bij de oplossing van andere mondiale problemen verdient.
Project lichtsnelheid
Het begon allemaal op 24 januari van het afgelopen jaar. De Duits-Turkse kankerspecialist en ondernemer Ugur Sahin las een artikel in The Lancet waarin gesproken werd over een virus dat zich razendsnel door China verspreidde. Sahin wist genoeg.
Hij had dit moment al lang zien aankomen Een paar jaar eerder had hij op een conferentie in Berlijn gezegd, dat zijn bedrijf BioNTech een technologische doorbraak had gerealiseerd. Daardoor was het mogelijk om in ijltempo een vaccin tegen infectieziekten te ontwikkelen.
De aanwezige virologen wisten niet wat ze ervan moesten denken. Het klonk hen wat futuristisch in de oren wat ze te horen kregen. Bovendien was de nieuwe, als veelbelovend aangeprezen technologie nooit eerder toegepast in vaccins.
Nadat hij het artikel had gelezen, wist Sahin echter dat zijn tijd gekomen was. ‘Ik voelde mij verplicht om iets te doen’, zou hij later vertellen. Terwijl de rest van de wereld nauwelijks besefte wat er boven het hoofd hing, bracht hij in ijltempo projectteams bijeen om de strijd met het virus aan te binden. Vakantieverloven werden ingetrokken. Medewerkers die ergens in de Alpen aan het skiën waren, werden teruggeroepen.
Bovendien werden er honderden hooggekwalificeerde krachten op het gebied van R&D, Engineering en Operations geworven. En dat alles binnen luttele weken. Niet voor niets werd de operatie ‘Project Lichtsnelheid’ (Warp Speed) genoemd.
Vliegende start
De medewerkers van het Duitse BioNTech wisten dat het niet makkelijk zou worden. Sommigen spraken zelfs van een ‘mission impossible’. Want ga maar na: de gemiddelde tijd die nodig is voor het ontwikkelen van een nieuw vaccin bedroeg tot nu toe tien tot vijftien jaar. Het huidige vaccin moest binnen een jaar – en liefst eerder nog – klaar zijn voor gebruik. Dit betekende een versnelling met een factor tien tot vijftien.
Het moest tien keer sneller
Toch geloofde men erin. En dat gebeurde zeker niet tegen beter weten in. De voorgaande jaren had het bedrijf zwaar geïnvesteerd in de nieuwe technologie die de naam ‘messenger-RNA’ (‘mRNA’) had meegekregen. Er was jarenlang onderzoek verricht. Meer dan vijftig medewerkers waren op het thema gepromoveerd. De juiste kennis om een vliegende start te halen was in huis. Dat de technologie oorspronkelijk was bedoeld om kankertumoren te bestrijden, deed er niet toe. Men zou hetzelfde kunstje bij virussen kunnen flikken.
Amper een paar maanden later lagen 20 vaccinkandidaten klaar om getest te worden. De vliegende start was gemaakt. De nood was hoog, de focus zo scherp als een laser en obstakels werden weggenomen door samenwerking.
Chaotisch krioelende mierenhoop
En dat was nog maar het begin. Het echte werk moest nog komen. Hoewel er nog geen beproefd vaccin voorradig was, moest al wel over de volgende stappen worden nagedacht. Er moesten in snel tempo faciliteiten uit de grond worden gestampt om de massale productie en opslag van het toekomstig vaccin mogelijk te maken. Met partijen in de logistieke keten moesten er snel afspraken gemaakt worden om de eventuele distributie te regelen. Met nationale en internationale overheden moest onderhandeld worden over financiële ondersteuning, gegarandeerde inkoop, de aansprakelijkheid bij eventuele nadelige neveneffecten en het wegnemen van gebruikelijke bureaucratische belemmeringen.
Binnen verschillende arena’s popten allerlei samenwerkingsverbanden op: tussen biotechbedrijven en farmaceuten, tussen farmaceuten en producenten en tussen producenten en distributiepartners. En dus ook tussen al die partijen en diverse overheden.
Als je daar ook nog eens de inbreng van semipublieke allianties en van medische toezichthouders bij optelt en je weet dat er tussen al die partijen en arena’s ook nog eens allerlei soorten kruisbestuivingen plaatsvonden, dan krijg je een beeld van een chaotisch krioelende mierenhoop.
Niet bepaald een recept voor snelle en effectieve ontwikkeling van een vaccin, zou je zeggen. Maar dan onderschat je de mensheid, maar vooral ook de mieren.
Menselijke drive en chemie
Wat zorgt ervoor dat zelfs de meest onwaarschijnlijke projecten gerealiseerd worden? Menselijke gedrevenheid is vaak gegeven antwoord. Passie. Enthousiasme. Drive. Energie. In het geval van Ugur Sahin ging het om de absolute toewijding aan de wetenschap. Om preciezer te zijn, hij had zijn leven in het teken van de bestrijding van kanker gezet. Om die droom te realiseren, moest al het andere wijken.
Maar gedrevenheid is slechts een deel van het verhaal.
Alleen kom je niet ver en maak je ook niet zoveel snelheid als met elkaar. Sahin wist dit als geen ander. Vandaar dat hij altijd naar samenwerking had gestreefd. In de eerste plaats met zijn vrouw,
net zoals hij, bloedfanatiek. Het verhaal gaat dat ze in een pauze getrouwd zijn en nauwelijks de tijd namen om hun ‘labkleding’ uit te trekken.
Gedrevenheid is slechts een deel van het verhaal
Teaming ook over grenzen heen
Behalve dat de twee een ‘dreamteam’ vormden, was ook de rest van het bedrijf doordrongen van het belang van samenwerking. Er werd gewerkt in kleine, voortdurend van samenstelling en vorm veranderende teams. Tussen die teams bestonden geen grenzen, maar stroomde de kennis ongehinderd heen en weer. Teamwork on the fly, teaming, geef het een naam.
Openheid, samenwerking en eigenaarschap zijn de kernelementen van de bedrijfscultuur. En die kun je ook buiten de grenzen van je organisatie inzetten natuurlijk. Dat bleek toen BioNTech een samenwerkingsverband sloot met de Amerikaanse farmaceut Pfizer.
Die keuze was snel gemaakt. Niet alleen had Pfizer veel ervaring met het op de markt brengen van vaccins, maar de twee bedrijven hadden op een eerder moment ook al eens (naar aller tevredenheid) met elkaar samengewerkt.
Bovendien was er tussen de twee leiders – Ugur Sahin en Albert Bourla (CEO van Pfizer) – sprake van een positieve chemie. Ondanks een sluimerende Turks-Griekse rivaliteit – Bourla is in Griekenland geboren – werden beiden door dezelfde ambitie gedreven. Men wilde de wereld zo snel mogelijk van het virus bevrijden. Daarvoor moesten alle ego’s en eigenbelangen wijken. Ook hier chemie en gedrevenheid dus.
De kracht van de menselijke mierenhoop
We komen weer even terug bij het beeld van de mierenhoop. Daarvan zeiden we eerder dat de samenwerking chaotisch oogt, maar bijzonder effectief blijkt te zijn. Dat is ook zo. Dankzij een strike taakverdeling, trial & error en alsmaar wisselende samenwerkingsvormen die zijn afgestemd op de situatie van het moment mieren bijzonder succesvolle beestjes.
Datzelfde ‘mierengedrag’ zagen we ook bij de ontwikkeling van het vaccin. Overal ter wereld ontstonden kleine en dynamische teams – inmiddels gaat het om ongeveer 270 projecten – om zo snel mogelijk een werkend vaccin te vinden.
Overal ter wereld ontstonden kleine en dynamische teams
Al naar gelang de omstandigheden wisselden deze teams voortdurend van samenstelling en van vorm. Teamleden werden in- en uitgevlogen. Teams werden uit elkaar gehaald of juist bij elkaar gevoegd.
Tegenstrijdige belangen werden opzijgezet om hogere doelen te dienen. Waar dat niet mogelijk was, werd actief gestreefd naar het vinden van nieuwe balansen.
Zo gingen concurrentie én samenwerking in de vaccinrace hand in hand. Maar dat gold ook voor de combinatie van ideële en commerciële belangen. Van visionair geloof en wetenschappelijke nuchterheid. Al het mogelijke werd gedaan om de menselijke mierenhoop in stand te houden. Want alleen dan zou de mensheid weer adem kunnen halen.
“Concurrentie én samenwerking gingen in de vaccinrace hand in hand”
Les voor 2021
De race naar een nieuw coronavaccin wordt vaak als een kwestie van winnaars en verliezers beschreven. In werkelijkheid was het niet zozeer de strijd om als eerste over de finish te komen als wel intensieve samenwerking die de maat bepaalde in de ontwikkeling van het vaccin.
Kortom, de vaccinrace is een ode aan de samenwerking. Als de nood hoog is en mensen productief met elkaar samenwerken, kan bijna alles gepresteerd worden. Laten we die gedachte meenemen naar het nieuwe jaar waarin ons veel uitdagingen wachten.
Door: Patrick Davidson en Hans van der Loo
Over de auteurs
Patrick Davidson (1971) en Hans van der Loo (1954) werken intensief samen sinds 2010. In wisselende samenstellingen. “We zijn beiden gefascineerd door mensen en teams die zichzelf overtreffen. Samenwerking speelt daar een sleutelrol in. Dat geldt ook voor onszelf. Wij vinden elkaar altijd op die fascinatie en werken samen voor klanten en aan boekprojecten.”
De race naar het coronavaccin is een van de cases in hun volgende boek. Hun vorige boek Werkvuur: hoe energieke mensen en teams positieve impact maken verscheen bij Boom Uitgevers.