Het koninkrijkje Bhutan – ingeklemd tussen Tibet en India – werd beroemd door het bruto nationaal geluk, een concept van de koning. Dit was geen gewone koning. Voordat hij vrijwillig afstand deed van de macht ten gunste van democratische verkiezingen, vaardigde hij de volgende decreten uit: dat het bosoppervlak van het land moest worden vergroot, dat elk kind in het land Engels moest leren, en dat het bruto nationaal geluk werd geïntroduceerd. Het bng sprak mensen op de hele wereld aan die het bnp zat zijn.
Zoals Robert Kennedy opmerkte:
Bij het bnp worden luchtvervuiling en sigarettenreclame meegeteld…de vernietiging van de redwood-bossen… de tv-programma’s die geweld verheerlijken… Wat er niet in is verdisconteerd zijn de gezondheid van onze kinderen, de kwaliteit van hun onderwijs, hun plezier in het spel… Kortom: het bnp meet alles, behalve wat het leven de moeite waard maakt.
Vier zuilen van bruto nationaal geluk
Het bng berustte op vier zuilen: goed bestuur, duurzame ontwikkeling, behoud en bevordering van cultuur, en milieubehoud. Deze werden uitgewerkt in negen domeinen, zoals gezondheid, onderwijs, psychisch welzijn, vitale gemeenschappen.
Niet heel ingewikkeld, toch?
Uit nieuwsgierigheid naar dit bng en uit liefde voor bergen, heb ik in 2006 Bhutan bezocht. In gesprekken met een aantal kundige mensen uit het land, werd ik getroffen door twee dingen. Ten eerste hadden ze geen idee hoe ze allerlei aspecten van het bng moesten meten; ten tweede maakte dit niet veel uit, omdat het land zich gedroeg naar zijn grondregels. In de woorden van een bbc-verslaggever was het bng een manier van leven geworden in Bhutan, een arm land, waar het leven plezierig leek.
Economen repareerden het bng
Niet lang daarna streken economen neer in Bhutan om het bng te repareren, ook al was er niks mis mee. Hun motto: als de Bhutanezen het bng niet meten, hoe kunnen ze het dan managen? Binnen de kortste keren hadden alle negen domeinen ‘hun eigen gewogen en ongewogen bng-index […] geanalyseerd op grond van […] 72 indicatoren. Er werden mathematische formules bedacht om geluk te herleiden tot de kleinste aspecten.’Een enquête die vijf à zes uur kostte ‘omvatte ca. 750 variabelen’. Deze technocraten namen alles zo bruut onder handen dat het geluk er niet groter van werd.
Critici van het bng plaatsten kanttekeningen bij het subjectieve oordeel. Hoogleraar economie Deirdre McCloskey noemt zulke criteria onwetenschappelijk… met de analogie dat de samenleving ‘de natuurkunde niet kon baseren op vragen of het vandaag “te warm, lekker, of te koud” was’. Waren onderwijs, cultuur en geluk maar net zo meetbaar als de temperatuur. Ik vraag me af of het bng meer te duchten heeft van de tegenstanders die het willen afschaffen of van de voorstanders die het willen meten.
In 2013, kort na al dit meetwerk, werd Tshering Tobgay premier. Hij had nog op Harvard Business School gestudeerd bij de econoom Michael Porter. Weldra beweerde hij dat het bng ‘[sommige mensen] afleidde van wat echt belangrijk was’, te weten ‘de realiteit… dat we harder moeten werken’. Dat kon hij begrijpen, terwijl hij het bng ‘erg moeilijk vond’ en het ‘zijn werk lastiger maakte’.
Hou geluk hoog in het vaandel
F. Scott Fitzgerald beweerde dat ‘het vermogen om twee tegengestelde ideeën tegelijk in gedachten te houden’ een teken van grote intelligentie is. Elke econoom of premier die meting en geluk tegelijk niet aankan zou ik adviseren: meting laten vallen en het geluk hoog in het vaandel houden.
Bron: Mintzberg in essentie
Door: Henry Mintzberg