“Wat dapper van je!” Dat is de meest gehoorde opmerking na het op LinkedIn plaatsen van mijn blog over hoogbegaafdheid binnen mijn organisatie (de politie). Vaak gevolgd in persoonlijke communicatie door: “maar ik durf het zelf (nog) niet”. Er heerst angst om niet begrepen te worden, niet gezien te worden en niet erkend te worden. Het taboe op het onderwerp werd nog eens haarfijn zichtbaar.
Hoewel mijn blog mijn innerlijke strijd beschreef tussen mijn moedige en mijn angstige stem, besef ik nu dat het eigenlijk heel zorgelijk en verdrietig is dat het dapper is om me uit te spreken. Eigenlijk zou het veel fijner zijn geweest als mensen hadden gereageerd met “waar maak jij je nou druk om?” Of: “Stel je niet aan. Dit is echt niet iets om angstig voor zijn”. Maar dat heeft niemand gezegd of geschreven. Iedereen erkende de moeilijkheid en de zwaarte van het onderwerp. Blijkbaar is hoogbegaafdheid dus echt een taboe en daarmee dapper om er voor uit te komen. Dat is een pijnlijk besef. Want waarom?