Het idee was: zet mensen bij elkaar in een kamer en laat ze hardop spontaan zo veel mogelijk ideeën ophoesten, die je aanvankelijk niet beoordeelt. Die opzet van brainstormen werkt niet, blijkt uit jarenlang onderzoek. In groepsverband laten mensen hun ideeën convergeren: als iemand iets in de groep gooit, beïnvloedt dat het geheugen van de rest en gaan ze meer hetzelfde denken over een probleem dan voorheen. Denken ze ieder voor zich, dan denken ze er allemaal net iets anders over (meerwaarde bij het zoeken naar oplossingen). Je kunt de respectieve meerwaarde van individueel en groepsdenken effectief mixen door gestructureerder te brainstormen.
Wat is het probleem?
Laat iedereen eerst voor zichzelf noteren hoe zij het probleem zien (differentiatie) en bespreek het daarna plenair in een tweede ronde (convergentie). Begin pas met brainstormen over oplossingen als alle neuzen één kant op staan.
Brainstormen met de 6-3-5-techniek
Zet 6 mensen aan tafel en laat ze ieder voor zich 3 ideeën opschrijven. Die geven ze door aan de rechterbuurman of -vrouw, die er brainstormend op voortborduurt. Dat herhaal je 5 keer. Daarna bespreek je de gegeneerde ideeën plenair. Bijkomend voordeel: je remt zo mensen af die ongeduldig naar een oplossing willen doorstoten (een karaktertrek). Dat kan nu niet voordat iedereen heeft vernomen hoe alle anderen erover denken. Zeker bij ruimtelijke problemen kun je brainstormers ook laten tekenen (schetsen, diagrammen). Ruwe schetsen zijn vaak onduidelijk, maar verkeerde interpretatie kan weer serendipiteit opleveren.
Bron: Harvard Business Review
Door: Yvonne Halink]