Een paar weken geleden was ik op een congres en daar was een matige spreker met veel bevlogenheid iets heel boeiends aan het vertellen over het managementvak. De discussie in bedrijven, zei hij, gaat vaak over vragen als ‘wat moeten we doen?' of ‘hoe moeten we het doen?' en te weinig over de vraag ‘waarom doen we het?' Die vraag wordt vaak afgewimpeld met de opmerking ‘te moeilijk'.
Maar daarmee mis je iets fundamenteels. Namelijk motivatie. Wat mensen beweegt om te doen wat ze doen vertelt iets over hoe ze in het leven staan, maar ook hoe ze in het werk staan. Iemand die altijd op tijd naar huis gaat, en sceptisch staat tegenover overwerk, krijgt vaak het ‘9 tot 5′- etiket opgeplakt. De vraag is natuurlijk wat daarmee bedoeld wordt, en of het de lading wel dekt. Dat laatste lijkt vaak heel erg onbelangrijk. Waar met finance en IT de uiterste zorgvuldigheid in acht wordt genomen, kunnen we over mensen roepen dat ‘ze geen zelfreflectie hebben’, ‘dat ze disfunctioneren’, ‘ongewenst gedrag’ vertonen of, zoals in het eerdere voorbeeld, dat ze een ‘9 tot 5′-mentaliteit hebben. Achter deze etikettenplakkerij gaat iets schuil dat veel interessanter is dan de etiketten zelf.