
Veel organisaties en managers staren zich blind op technologie als het over innoveren gaat. Ze vergeten dat zelforganisatie, dienend leiderschap, slimmer werken en co-creatie minstens zo belangrijk zijn voor innovatie. Hoogleraar strategisch management en innovatie aan de Amsterdam Business School Henk Volberda schreef een boek over innoveren.
Aan het boek Innovatie Jij.nu ligt onderzoek van de Amsterdam School of Business van de Universiteit van Amsterdam ten grondslag. Nieuwe technologische ontwikkelingen verklaren maar in beperkte mate het innovatiesucces van organisaties, zo blijkt. Het vermogen van organisaties om technologische kennis daadwerkelijk toe te passen (de factor mens dus) vormt een minstens zo belangrijke bron van echte innovatie. Volberda: ‘Uit ons onderzoek blijkt dat 75 procent van het innovatiesucces wordt bepaald door niet-technologische factoren. Slechts 25 procent van het succes komt dus door technologie. De meeste leiders/managers denken dat het andersom is.’ Naast technologie zijn de andere ‘taartpunten’ van de innovatieschijf van vijf ‘zelforganisatie’, ‘dienend leiderschap’, ‘slimmer werken’, en ‘co-creatie’. Volberda: ‘Bedrijven die sociale innovatie serieus nemen, doen het op tal van prestatiemaatstaven beter dan bedrijven die nauwelijks aan sociale innovatie doen. Ze scoren gemiddeld 33 procent beter op radicale innovatie, 27 procent hoger op disruptieve innovatie en 21 procent hoger op incrementele innovatie (verbetering van bestaand product). Betere klanten, hogere tevredenheid, meer winst, meer omzet…. Ook productiviteitsverschillen worden verklaard door sociale innovatie.’