Elke generatie heeft unieke ervaringen en boodschappen meekregen: de generatieblauwdruk. Om mijn generatie als voorbeeld te nemen: Pragmaten (geboren 1970-1985) zijn opgegroeid in toenemende welvaart, consumentisme, individualisering, kapitalisme en neoliberalisme. Muziek en televisie waren de nieuwe religie. We keken buitensporig veel tv: van Bassie & Adriaan, De familie Knots en MacGyver tot The Fresh Prince of Bel-Air, Jiskefet en Beverly Hills, 90210. We kennen allemaal het deuntje van Beverly Hills Cop en imiteerden de heldhaftige sprint van David Hasselhoff van Baywatch. We dansten op Prince, Madonna en Michael Jackson op schuifelfeestjes. In tegenstelling tot de huidige jongeren die door algoritmes op maat gemaakte content ontvangen, hadden wij met onze leeftijds-genoten een sterk gedeelde popcultuur. Op MTV rolden non-stop de videoclips voorbij en wij zaten verlekkerd aan de buis gekluisterd.
Er zat geen rem op de groei: wij gingen het allemaal beter doen dan onze ouders. In tegenstelling tot onze Babyboomer-ouders zijn we opgegroeid in kleine gezinnen. We hoefden niet te vechten om het eten aan tafel. Onze opvoeding was redelijk laisser-faire. We werden losgelaten door onze ouders: ‘Ga maar doen, ga maar ervaren.’ Daardoor zijn we een zelfredzame en onafhankelijke generatie geworden.
Paradoxaal aan je eigen ding doen was dat ouders onder de waterlijn toch specifieke verwachtingen hadden. Babyboomers hoopten dat hun kinderen verstandige keuzes zouden maken, het gangbare pad zouden bewandelen en snel hun zaakjes voor elkaar zouden hebben. Daar hebben ze in hun adviezen dan ook op gestuurd. Concepten zoals schaapjes op het droge, huisje-boompje-beestje, onder de pannen zijn, samenwonen-trouwen-kinderen hebben de blauwdruk van veel Pragmaten gevormd.
Afvinken?
Leven volgens een het-voor-mekaar-hebben-vinkjessysteem. Wat kan ik afvinken?
1) wonen,
2) werken,
3) wederhelft en
4) welpen.
Of, zoals de alfa-Pragmaten-man zou zeggen: wonen, werk, wijf en wagen. ‘Laat ik maar economie studeren, dat is verstandiger dan filosofie. Wel zo slim om voor de overheid te werken, dan heb ik meteen een vast contract.’ Ook in de liefde hebben Pragmaten gestoeid met hoofd versus hart. ‘Liesbeth is avontuurlijk, vurig en met haar kan ik echt lachen, maar of het de moeder van mijn kinderen is? Merel is lief, slim, zorgzaam en leuk om te zien. En ik weet dat zij graag wil trouwen en een gezin wil stichten.’
De ouderlijke adviezen toen ik de eerste stappen naar volwassenheid maakte:
Mijn vader: ‘Gebruik je koppie, kies voor een verstandige studie en ga op zoek naar een stabiele baan met vast contract waarmee je goed geld kunt verdienen.’
Mijn moeder: ‘Maak niet de fout die ik heb gemaakt. Ga voor een carrière, zorg dat je onafhankelijk wordt van een man en begin niet te vroeg aan kinderen.’
Postbus 51 predikte ‘De maatschappij dat ben jij’. Toen ik 14 was, ging ik op tienertoer met vriendinnen. Mijn moeder schonk bessen, Safari of Passoa-jus voor me in voordat ik uitging. Elke vrijdag aten we kip, patat en appelmoes. Melk was onze witte motor. De groenten kwamen vaak uit de potten van Hak (‘U moet de groenten van Hak hebben’). We waren nog niet bepaald de rookvrije generatie.
Tegenhangers
We lagen topless, met een sigaret en zonder zonnebrandcrème op het strand te bakken. De paradoxale tegenhanger van deze ongezonde levensstijl was de campagne van SIRE: ‘Een slimme meid is op haar toekomst voorbereid’. En ja, ik heb naar mijn ouders geluisterd: ik koos al snel voor een steady job met vast contract en ben pas op mijn 39e moeder geworden. En ons pensioen? Dat zou een ‘Zwitserlevengevoel’ worden. De enige echt grote gevaren die ik me herinner, zijn een potloodventer in het bos en aids. Afgezien daarvan zag de toekomst er goed uit.
Dat het tijdsgewricht waarin je leeft zijn sporen achterlaat, lijkt mij evident. Ik zie het bijvoorbeeld bij mijn puberstiefdochters: zij beleven een beduidend andere jeugd dan voorgaande generaties. Natuurlijk neem ik niet voor niks mijn eigen generatie als voorbeeld. Daar zit naast gemak ook wel wat ego achter. Elke generatie kent iets als zelfverheerlijking, zelffelicitatie en zelfgenoegzaamheid.
‘Mijn generatie deugt wel’
En elke generatie vindt de eigen generatie beter dan de oudere of jongere generaties. ‘Mijn generatie deugt wél.’ En dat de samenleving qua normen en cultuur minderwaardig is geworden in vergelijking met de eigen jeugd. ‘Vroeger was het beter’, ‘Toen ik jong was …’
Every generation imagines itself to be more intelligent than the one that went before it, and wiser than the one that comes after it.’ – George Orwell, schrijver en journalist
Het is daardoor ook niet zo verrassend dat er kritische bijnamen voor andere generaties worden bedacht: Generatie Nix, Patatgeneratie, Prinsenkindjes, Rubbertegelgeneratie, Generatie Ritalin, enzovoort. Ik heb aan mensen van uiteenlopende leeftijden gevraagd of ze blij zijn om in hun eigen tijd opgegroeid te zijn of dat ze liever in een andere tijd hadden willen leven. Bijna iedereen geeft aan blij te zijn met het moment waarop ze geboren zijn. Elke generatie dealt met haar eigen realiteit. Sterker nog: elke generatie draagt trots in zich, zelfs als het lot slechte kaarten uitdeelt. Je hoeft dus niet langer medelijden te hebben met oudere of jongere generaties en kunt stoppen met: ‘Ik vind het zo rot dat de jeugd nu …’ Zelfs generaties die aantoonbaar moeilijke jaren hebben gehad, benadrukken later vaak wat hun dit heeft opgeleverd qua doorzettingsvermogen, zelfredzaamheid, werkethos, enzovoort. We zijn (onbewust) aanhangers van: ‘What doesn’t kill you, makes you stronger.’
Zichtbare trots
De trots is zichtbaar. Als ik bij sessies elke generatie één voor één vraag om te gaan staan en de rest verzoek ze een applaus te geven, is er wat ongemak en verlegenheid, maar tegelijk verschijnt bij velen een ontwapenende lach op het gezicht. Ook al heb je er geen bal voor gedaan om geboren te worden en onderdeel te zijn van een generatie, je bent toch maar mooi onderdeel van die groep. Dat gevoel van trots is begrijpelijk. Elke opeenvolgende generatie is de ‘nieuwe generatie’ en kan vernieuwing met zich meebrengen. Oud-VS-president Ronald Reagan geloofde dat elke generatie de verantwoordelijkheid heeft om vooruitgang te boeken en de wereld een betere plek te maken, door te leren en te profiteren van de kennis, fouten en successen van eerdere generaties en daarop voort te bouwen.
Beluister de podcast: Het generatie-effect
Bron: Het generatie-effect
Door: Kim Jansen