Bedrijven en semipublieke organisaties stellen bestuurders vaak verantwoordelijk als ze zich hebben schuldig gemaakt aan financieel wanbeheer. Wanneer dat niet gebeurt, komt dat meestal doordat de organisatie de ontstane crisis niet overleefde.
Dat staat in een onderzoek dat minister Ivo Opstelten (Justitie) vrijdag 11 mei 2012 naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. De studie werd verricht door de Erasmus School of Law en het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum en ging over elf gevallen van wanbeleid. In zes gevallen startte de organisatie een juridische procedure tegen de falende bestuurder.Miljoenenschade
Doorgaans gebeurde dat niet in de verwachting financiële genoegdoening te krijgen. De schade liep in alle gevallen in de miljoenen. Bestuurders zijn zelden zo vermogend dat ze een dergelijk bedrag op tafel kunnen leggen. De organisatie wilde met de juridische actie vooral duidelijk maken dat ze afstand nam van de gedragingen van de (voormalige) bestuurder. Daarmee hoopte ze het vertrouwen van klanten en investeerders te herwinnen.
In vijf gevallen werd geen actie ondernomen tegen de ex-bestuurder. In de meeste gevallen was de reden dat de crisis het einde van de organisatie had ingeluid. Alle energie was dan gericht op het vinden van kandidaten om de activiteiten over te nemen.
Gedwongen vertrek
In alle onderzochte gevallen zijn één of meer bestuurders tot vertrek gedwongen, blijkt uit het onderzoek. Geen van hen is daarna in een vergelijkbare functie aan de slag gekomen. Verschillende bestuurders zijn al hun bezit kwijtgeraakt en enkele vertrokken naar het buitenland.
Voor de interne toezichthouders (leden van de raad van toezicht of de raad van commissarissen) zijn de gevolgen bij wanbeheer in de regel beperkt, aldus de studie. Ze krijgen gemakkelijk weer nieuwe toezichtsfuncties. Aansprakelijkheidsacties tegen interne toezichthouders hebben weinig kans van slagen omdat ze voor hun informatie sterk afhankelijk zijn van bestuurders.
Boekentips
– Handboek corporate governance
– Governance en ondernemerschap in de zorg.